De stèle heeft een afgeronde top met daarin een gevleugelde zon waar twee uraei van af hangen, de rechter met de witte kroon en de linker met de rode kroon. Hieronder staat een afbeelding van Tiberius die Moet en Chons een offergave presenteert. Hij knielt en houdt een kleine sfinx met de rode kroon op het hoofd naar voren, die zelf weer een klein offerschaaltje vasthoudt. De keizer is gekleed in een korte rok met driehoekige voorschoot; hij draagt een halskraag, en op het hoofd de blauwe chepresj-kroon met uraeus en linten. Moet zit op een troon, gekleed in een lange jurk zonder decoratie. Ze draagt een halskraag en een lange pruik met de gierekap waarop de dubbele kroon staat. Ze houdt een papyrusstaf in haar rechterhand en een anch-teken in haar linkerhand. De valkhoofdige Chons zit ook op een troon. Hij draagt een korte rok; op zijn hoofd staat de maansikkel met zonneschijf en uraeus. In zijn rechterhand houdt hij de was-scepter en in de linker een anch-teken. De figuren zitten op aparte platforms. Boven hen staan bijschriften, onder de afbeelding staan zeven horizontale tekstregels. Boven de bijschriften bij de afbeelding is de uitgerekte hemel-hiëroglief afgebeeld, ondersteund door twee was-scepters die rusten op de onderste tekstlijn.
(1) Leve Horus, de koning van Boven- en Beneden-Egypte, de Heer der Beide Landen: Tiberius, zoon van Re, Heer van Verschijningen: Caesar, begiftigd met leven. Hij heeft een groot werk gemaakt (2) in toevoeging op het monument van zijn vader Caesar voor zijn moeder Moet de Grote, meesteres van het grote (3) Isjeroe in Thebe, meesteres van creatie, het vereren van zonde(?) is haar afschuw, (...?) (4) een grote temenos-muur om haar heilige woning en de tempel ...(?) van de Zonneschijf en deze kiosk, (5) (voortreffelijk het werk van zijn keel??), opdat haar reinheid groot is, om weg te leiden (6) alle [...] van de mensen, om uit te gaan in het grote Isjeroe, om af te smeken (7) Sjaï (het Lot) van Meschenet (de geboortegodin) en ... van ...
(8) De koning van Boven- en Beneden-Egypte, de Heer der Beide Landen: Tiberius, (9) de koning van Boven- en Beneden-Egypte, de Heer van Verschijningen: Caesar, (10) begiftigd met alle leven, (11) duurzaamheid en voorspoed (12) zoals Re voor eeuwig.
(13) Woorden te spreken door Moet de Grote, meesteres (14) van het goddelijke Isjeroe, (15) de grote in Thebe.
(16) Woorden te spreken door Chons in Thebe, (17) de goede genadige, Sjoe de Oude, (18) de oudste [zoon] van Re.
Bibliografie
H.P. Blok, Een wijdingsstèle van Tiberius, Bulletin Antieke Beschaving IV,2 (1929), 6-8
G.A.S. Snijder (ed.), Algemeene Gids Allard Pierson Museum - Amsterdam, 1956 (tweede druk), 9/pl. IV (nr. 42)
H. de Meulenaere, L'oeuvre architecturale de Tibère a Thèbes, OLP 9 (1978), 70
W.M. van Haarlem (ed.), CAA Allard Pierson Museum Amsterdam, Fasc. 1, 1986, 60-62
R.A. Lunsingh Scheurleer, W.M. van Haarlem, Gids voor de afdeling Egypte, Allard Pierson Museum Amsterdam, 1986, 24/fig. 6 (nr. 4)
R.A. Lunsingh Scheurleer, Egypte, geschenk van de Nijl, 1992, 176-177/fig. 149