Grafreliëf van Cheti

Deze naïeve voorstellingen in verzonken reliëf en goed bewaarde kleuren stelt een dodenoffer voor: een rechtstaand paar ontvangt het been van een rund vanwege een tegenover hen staande man. Voor het paar staat een offertafel met gaven. Voor de vrouw zijn toiletartikelen opgestapeld. De vader Cheti en de zoon Mentoe-hotep dragen kort haar zonder pruik, een halskraag en een korte rok. De vrouw, Henet, draagt een lang kleed. Op de offertafel liggen een gans, een vaas, een druiventros, de kop van een kalf, een wit niet-definieerbaar element met zwarte strepen, een rond brood, en bos uien, een schaal met vijgen, een augurk en een palmblad. Onder de tafel staat een vaas en een schaal op een voet. De toiletartikelen van de vrouw zijn een spiegel in een korf, een kastje met schmink- en zalfvasen. Over de afbeeldingen is het rode raster van de klassieke kanon voor proporties nog te zien, volgens welke iedere staande menselijke figuur vanaf de voetzolen tot aan het voorhoofd achttien handbreedtes (gelijk aan vier vingers) hoog mag zijn. De stèle stamt uit het vroege Middenrijk toen dit raster ingevoerd werd; het raster uit het Oude Rijk was eendimensionaal.