Deze kleine sculptuur vertegenwoordigt een artistieke prestatie die uniek is voor de kunst in de Late Periode. Het dier is, zoals traditioneel in de Egyptische kunst, statisch voorgesteld. De ruimten tussen lichaam, staart, ledematen en sokkel zijn niet uitgehold en het deel aan de voorzijde is verbonden met de afbeelding van een obelisk, een symbool verbonden met de zonnegod. Op de voorzijde van de obelisk is een korte inscriptie aangebracht waardoor duidelijk wordt dat het dier een incarnatie van Atoem, de oergod van Heliopolis, is. De inscriptie vermeldt eveneens dat het beeld in Hoet-nehet of Hoet-nebes, een stad in de Delta, opgericht werd. De ichneumon speelde in het leven van de Egyptenaar een rol, vergelijkbaar met die van de kat. Als vijand van de slangen en vernietiger van de muizen die door de graanvoorraden werden aangetrokken was hij alom gerespecteerd. In de religieuze symboliek werd hij geassocieerd met de god Atoem.
Übersicht der ägyptischen Alterthümer des k.k. Münz- und Antiken-Cabinetes (7. vermehrte Auflage 1872) 15, Nr. 73.
Bergmann, E. von, Übersicht über die ägyptischen Alterthümer (1876) 23, Nr. 73.
Sethe, K., Atum als Ichneumon, in: Zeitschrift für ägyptische Sprache und Altertumskunde (ZÄS) 63 (1928) 50-53, Abb.
Satzinger, H., Das Kunsthistorische Museum in Wien. Die Ägyptisch-Orientalische Sammlung. Zaberns Bildbände zur Archäologie 14. Mainz. 1994.
Kunsthistorisches Museum (KHM). Führer durch die Sammlungen. Wien. 1988.
Seipel, W. (ed.), Götter Menschen Pharaonen, Speyer (1993) = Dioses, Hombres, Faraones, Ciudad de México (1993) = Das Vermächtnis der Pharaonen, Zürich (1994).