Dit uit fijne kalksteen gehouwen beeld had een bonte beschildering waarvan nog belangrijke resten zijn overgebleven. Voor de witte kleur liet men het smetteloze gesteente onbeschilderd. De man zit op een stoel met hoge afgeronde rugleuning waarvan de achterkant als een stèle beschreven is. Hij draagt een lange pruik met vlechten en een modieuze kinbaard. De rechterhand ligt plat op de dij terwijl de linkerhand de mantel, die enkel de linkerschouder bedekt, vasthoudt op de borst. Aan de bovenkant van de mantel is in verf een geborduurde rand aangebracht. Het recht voor zich uitkijkend, lichtjes opgeheven gezicht heeft een peinzende blik. De perfecte staat van bewaring van het beeld staat in scherp contrast met het woeste vandalisme dat de inschriften heeft getroffen. Dit is waarschijnlijk niet het werk van een persoonlijke vijand die op barbaarse wijze het voortleven van de persoon in gevaar wilde brengen, maar eerder het gevolg van het in ongenade vallen bij de vorst. Van de inscripties op de sokkel is niets meer te lezen. Op de rugleuning herkennen we nog het offergebed dat "alle goede [en reine] dingen] voor de ware volgeling van de koning, ... de chef van de zaal van rechtvaardigheid, chef van de bouwwerken, de [waaier]drager aan de [rechterkant van de koning] Tjenoena" schenkt. Ook al is de informatie minimaal, toch kunnen we vermoeden dat Tjenoena de bezitter is geweest van een prachtig graf in Thebe West. Ook deze Tjenoena draagt belangrijke hoftitels zoals waaierdrager, en de datering van het graf uit de regering van Thoetmosis IV komt goed overeen met de stijl van het Weense beeld.
Een offer dat de koning schenkt aan Osiris, de heerser van de eeuwigheid, de grote god, heer van Abydos, aan Anoebis de chef van de goddelijke tent en aan alle goden... zodat zij geven een dodenoffer van vlees, gevogelte, offers ... zalf en duizenden goede en (reine) dingen, de zoete noordenwind om in te ademen, ... aan de volger van de waarheid (?) ... de chef van Roeït, de chef van de arbeid, de (waaier)drager (aan de rechterkant van de koning ..., Tjenoena ...
Bibliografie
Jaros-Deckert, B., Statuen des Mittleren Reichs und der 18. Dynastie. Corpus Antiquitatum Aegyptiacarum (CAA) 1 (1987) 99-105; vgl. Corpus Antiquitatum Aegyptiacarum (CAA) 6 (1990) 15.
Kunsthistorisches Museum (KHM). Führer durch die Sammlungen. Wien. 1988.
Satzinger, H., Ägyptisch-Orientalische Sammlung Kunsthistorisches Museum Wien (museum), Braunschweig (Verlag Westermann), 1987.
Satzinger, H., Das Kunsthistorische Museum in Wien. Die Ägyptisch-Orientalische Sammlung. Zaberns Bildbände zur Archäologie 14. Mainz. 1994.
Seipel, W. (ed.), Gott Mensch Pharao (1992).
Seipel, W. (ed.), Götter Menschen Pharaonen, Speyer (1993) = Dioses, Hombres, Faraones, Ciudad de México (1993) = Das Vermächtnis der Pharaonen, Zürich (1994).
Seipel, W. (ed.), Ägypten. Götter, Gräber und die Kunst. 4000 Jahre Jenseitsglaube, Linz (1989), Nr. 457.