Griekse naam voor de oude Egyptische stad Iunu (het bijbelse On). Het hedendaagse Heliopolis, een voorstad ten noord-westen van Caïro, is gebouwd boven op vele van de oude monumenten. Ten gevolge daarvan zijn grote gedeelten van het terrein nog nooit goed onderzocht. Heliopolis was ooit het belangrijkste centrum voor de zonnecultus, vandaar de Griekse naam die ' stad van de zon' betekent. Hier werd de god onder verscheidene gedaanten en onder verscheidende namen vereerd, zoals Atoem, Re-Horachte en Cheper (en Aton gedurende de heerschappij van Achnaton, die hier een tempel bouwde). Als Atoem was hij de scheppergod die hier zijn werk begon en de stichter van de Enneade van Heliopolis werd. De oudst bekende zonnetempel werd hier gebouwd, vermoedelijk reeds ten tijde van het Oude Rijk, en men denkt dat de tempel als model voor de latere zonnetempel van Niuserre te Aboe Ghorab. Daar bevond zich een dubbele tempel, gewijd aan Re-Horachte en Atoem. Volgens een inventarislijst uit de Late Periode, had een van deze tempels tenminste drie binnenplaatsen en drie pylonen vóór een heiligdom dat 'Het huis van de Benben' heette, waarschijnlijk een open binnenplaats waarbinnen zich de Benben steen bevond. Deze steen had een onregelmatige conische vorm en was een symbool van de oerheuvel. Men geloofde dat de stralen van de opkomende zon het eerst deze steen raakten. De naam van de steen is afgeleid van het Egyptische woord 'weben' dat 'opkomen' betekent. Hetzelfde geldt voor de naam van de 'benu'-vogel (een soort reiger, de Griekse Phoenix), een manifestatie van Atoem, de god van Heliopolis. Historisch gesproken was de benbensteen de voorloper van de obelisk en wellicht ook van de piramide and het piramidion. Vele heersers lieten obelisken neerzetten in Heliopolis, sommige waarvan later naar andere plaatsen zijn verplaatst, zoals het Caesareum in Alexandrië, waarvandaan ze in de moderne tijd naar Londen en New York, of Rome zijn vervoerd.