Het fragment van een reliëfwand uit de dodentempel van Hatsjepsoet te Deir el-Bahari toont een koning met een prachtige samengestelde kroon. Hierbij schijnt het om een zogenaamde dubbele verenkroon met twee hoge struisvogelveren te gaan, waarvan in het reliëf nog slechts de geschulpte buitenkanten bewaard zijn. Goed herkenbaar zijn daarentegen nog de massieve ramshoorns met zonneschijf en de daarmee verbonden kleinere stierehoorns. Twee ongewoon grote uraei, waarvan de bovenlichamen nu ontbreken, verheffen zich links en rechts van de veren; twee kleinere uraei hangen van de ramshoorns af. Eén uraeus bevindt zich op het voorhoofd van de heerser. De ceremoniële kunstbaard heeft een licht gebogen punt; om de hals draagt de heerser een brede, ongedetailleerde kraag.
... begiftigd met leven zoals Re, moge hij duurzaam zijn (vooraan de Ka's van alle levenden [...]
Bibliografie
Steindorff, G., Die Blütezeit des Pharaonenreichs (Monographien zur Weltgeschichte 10), Bielefeld; Leipzig 1900, Abb. 17 (noch in situ photographiert).
Porter, B. & Moss, R.L.B., Topographical Bibliography of Ancient Egyptian Hieroglyphic Texts, Reliefs, and Paintings, vol. II² : Theban temples, Oxford 1972, S. 355 (falsche Zuordnung).
Kayser, H., Die ägyptischen Altertümer im Roemer-Pelizaeus-Museum in Hildesheim, Hildesheim 1973, S. 69, Abb. 43.