The Global Egyptian Museum

Prachtig bewaarde groep van een man met aan zijn linkerzijde een vrouw. Kai-poe-ptah en Ipep leunen door middel van een verbindingsstuk tegen een rugplaat. Het lichaam van Ipep leunt sterk achterover, want haar twee voeten staan bijna ter hoogte van de vooruitgezette voet van de man. Het bovenste einde van de rugplaat dat iets smaller is dan de hoge sokkel, reikt ongeveer tot het midden van de achterhoofden. Kai-poe-ptah in roodbruine kleur is ongeveer een halve kop groter dan de vrouw, wiens huidskleur donkergeel is. De gezichten van beide personen hebben een ronde kin en wangen. De diepliggende ogen zijn omringd door smalle hoekige oogleden met vlak daarboven de wenkbrauwen. De neuzen zijn kort met ronde uiteinden. De neusvleugels zijn aangeduid door middel van ronde lijnen en de neusgaten zijn geboord. De lippen zijn vol en de randen zijn duidelijk aangegeven; om die van de vrouw is zelfs een rand te zien. De bovenlip onder het filtrum (smal bij de vrouw, vlak bij de man) is iets gebogen. De streep tussen de lippen is ingesneden. Kai-poe-ptah draagt een korte zwarte pruik waarvan de krullen in concentrische cirkels om het hoofd gelegd zijn. Met korte ingesneden lijnen zijn de afzonderlijke krullen getekend. Het strottenhoofd en de nekspieren zijn duidelijk aangegeven. De halskraag was oorspronkelijk veelgekleurd. Het lichaam bezit brede, hoekige schouders en lichtverheven sleutelbenen. De borst loopt uit op gewelfde ribbebogen. Vanuit de hals loopt een groef naar de navel die is aangeduid door een langgerekt ovaal. De overgang van de armen naar het lichaam is alleen aan de voorkant van het beeld aangegeven. De spieren van de armen die langs het lichaam hangen en vooral de deltaspier zijn goed gevormd. De vuisten houden een "steinkern" vast. De vingers zijn afzonderlijk gehouwen. De duimnagels zijn onduidelijk. De linkerarm beweegt zich tegelijk met het linkerbeen naar voren. Kai-poe-ptah draagt een korte witte galaschort. Op de linkerzijde is ongeveer onder de gordel de fijne lijn van het bovenste einde van de overslag te zien. De gordelknoop en plissage zijn in hoogreliëf gehouwen. De benen zijn gedetailleerd gevormd met knieschijven en de omringende spieren, de kuiten, de scheenbenen, de spieren aan de buitenzijde en de enkels. Diepe gleuven zijn aangebracht tussen de zeer smalle tenen. De nagels en de nagelhuid zijn zorgvuldig aangegeven. Ipep draagt een kinlange zwarte pruik. De haarstrengen zijn gescheiden in het midden van de schedel dat door een insnijding als een gleuf aangeduid wordt. Van de halsketting die over het lange nauwe kleed lag zijn enkel nog de omlijningen te zien. Onder het enkellange kleed zijn de ronde borsten en de schaamdriehoek duidelijk te zien. De dijen zijn zeer opvallend. Haar linkerbovenarm hangt langs haar lichaam, de bovenarm is in een rechte hoek vóór het lichaam gelegd. Met de toppen van haar vingers raakt ze de linkeronderarm van haar man. Met de rechterarm omvat ze zijn rug (haar rechterborst ligt daarom iets hoger). De onderarm van de vrouw is zichtbaar op de rug van de man, haar vingers liggen om zijn middel. De voetgewrichten zijn breed. De nagels van de tenen zijn onzorgvuldiger dan bij de man aangegeven. De vingernagels zijn alleen aangeduid door het vlakmaken.

A well-preserved double statue of a man with a woman standing on his left. Kai-pu-ptah and Ipep are represented leaning against a back slab, to which their bodies are attached by means of a connective. The woman, Ipep, is represented leaning at a pronounced angle, because her feet are placed next to each other at nearly the same level as the extended left foot of the man. The top of the back slab, which has a slight angle, extends to the middle of the heads of the figures. It is not as wide as the high pedestal on which it stands. Kai-pu-ptah is represented taller than the woman by nearly half the height of his head. His skin has been painted reddish brown, while that of Ipep is painted a dark yellow. Their faces with round cheeks and chins are turned up. The deep-set eyes are framed by narrow but distinct eyelids, close to the eyebrows which appear as levelled ridges at the edge of the sockets. The noses are short with globular tips. The wings of the nose are indicated with round lines and the nostrils have been drilled. The lips are full and their edges are clearly marked; those of the woman even have a ridge around them. The upper lips beneath the furrow between the nose and lips (narrow for the woman and flat for the man) are slightly curved; the mouth's opening is rendered with an incised line. Kai-pu-ptah is wearing a short black curly wig. The rows of curls are placed in concentric rings around the head. The edge of the wig at the forehead is sharply marked. Short vertical incised lines in the rows of the wig indicate the individual curls. His neck shows the larynx and in particular the musculature. The broad necklace was originally multicoloured. The torso has broad angular shoulders and a slightly raised collarbone. The chest slims down towards pronounced ribs. Between the base of the neck and the navel is a furrow. The navel itself is indicated as an elongated oval depression. The transition from the arms to the body is indicated only on the front of the statue. The musculature of the arms is indicated clearly, notably the biceps. The fists appear to be clenching something, but this is merely the stone centre of the fists which has not been removed. The fingers have been individually shaped, only the thumbnails have not been clearly marked. The left arm moves forward together with the left leg. Kai-pu-ptah is wearing a short white festive kilt. On the left, just beneath the raised belt, a fine line indicates the top of the overlap of the kilt. The knot and the pleated flap are rendered in raised relief. The legs have been sculpted with great detail. The kneecaps and their musculature are visible, as well as the calves, the shinbones, the long muscles on the outer sides and the anklebones. The deep gaps in between the thin toes appear as furrows leading up to the instep. The toenails and the cuticles are carefully indicated. Ipep is wearing a black wig nearly falling onto her shoulders. The thin locks of hair are parted in the middle, indicated as an incised line within a slight depression of the skull. The woman's neck is broad and is clearly marked at the lower end. Her broad collar was arranged over the straps of the tight-fitting white dress. Only its contours now remain. The dress covers the body down to the ankles, but the flat round breasts and the pubic triangle are visible beneath it. The thighs are very prominent. Her left upper arm is connected to the torso via a stone link. The lower arm is held across the body with the tips of her fingers touching the left lower arm of the man. The hand is somewhat squat. Her right arm is around his back, raising her right breast slightly above the left. The flat lower arm of the woman is visible on the man's back and her fingers are placed on his waist. The joints of Ipep's feet are very broad, and her toenails have been rendered with less care than those of the man. The fingernails have been indicated only by levelling.

Ce groupe parfaitement conservé représente un homme et une femme. Kai-pou-ptah et Ipep s'appuient contre une plaque dorsale. Le corps d'Ipep est fortement incliné puisque ses pieds se trouvent presque à hauteur du pied avancé de l'homme. La partie supérieur de la plaque dorsale est plus étroite que le socle et atteint le milieu de la tête. Kai-pou-ptah, de peau brune, a presque une demi-tête de plus que sa femme. Les visages levés possèdent un menton et des joues arrondis. Les yeux sont placés profondément dans la tête et entourés de sourcils anguleux. Les nez courts avec une pointe ronde ont les ailes bien indiquées et des narines forées. Les lèvres charnues sont clairement indiquées et celles de la femme sont accentuées par une ligne qui les encadre. Les lèvres supérieures en bas du philtrum (étroit pour la femme, plat pour l'homme), sont légèrement courbées. L'ouverture entre les lèvres est incisée. <BR>Kai-pou-ptah porte une courte perruque noire dont les tresses sont arrangées en cercles concentriques débutant sur le sommet du crâne. Le bord de la perruque est nettement marqué. Les petite mèches sont indiquées par des incisions. Le larynx et les muscles du cou sont clairement indiqués. Les couleurs du collier ont disparu. Le corps possède de larges épaules angulaires, des clavicules élevées, une poitrine tombante et des côtes bombées. <BR>Une rainure part du cou vers le nombril ovale. Les muscles des bras le long du corps sont bien formés, surtout le deltoïde. Les poings entourent le "noyau" de pierre. Les doigts sont indiqués séparément mais l'ongle du pouce n'est pas clairement dessiné. Le bras gauche accompagne le mouvement de la jambe gauche. <BR>Kai-pou-ptah porte un court pagne blanc. Sur le côté gauche, sous la ceinture, la ligne de la partie supérieure du bord est visible. Le noeud et le plissé sont en haut-relief. Les jambes sont détaillées avec les genoux et les muscles qui les entourent, les cuisses, les tibias, les muscles du côté extérieur et les chevilles. Entre les orteils étroits sont incisées de larges ouvertures. Les ongles et la peau des ongles sont soigneusement indiqués. <BR>Ipep porte une longue perruque dont les mèches partent du sommet du crâne indiqué par une incision. Seuls les contours du collier peint sur la robe blanche, sont encore visibles. La poitrine et l'endroit du sexe sont clairement visible dessous la robe qui couvre le corps jusqu'aux chevilles. Son bras gauche est plié sur sa poitrine et du bout des doigts elle touche le bras gauche de son mari. La main est assez lourde. Le bras droit encercle le dos de l'homme, et devient visible sur la taille à droite de l'homme. Les articulations du pied sont très larges. Les ongles des pieds ne sont pas aussi soignés que ceux de l'homme. Les ongles des mains ne sont que lissés.

Zweiergruppe eines Mannes und, an seiner linken Seite stehend, einer Frau; vollständig erhalten. Kai-pu-Ptah und Ipep lehnen mittels eines Verbindungssteges an der Rückenplatte, der Körper der Ipep in sehr schrägem Winkel, da ihre geschlossenen Füße fast in gleicher Höhe wie das vorwärtsschreitende linke Bein des Mannes stehen. Das leicht schiefe obere Ende der rechteckigen Rückenplatte, die etwas schmäler als der hohe Sockel ist, reicht ungefähr bis zur Mitte der Hinterhäupter. 
Kai-pu-Ptah, mit rotbrauner Hautfarbe, ist knapp einen halben Kopf größer dargestellt als die Frau, deren Hautteile dunkelgelb bemalt sind. Die Gesichter beider Figuren sind angehoben, Wangen und Kinn rund. Die vertieft liegenden Augen werden durch schmale, kantige Oberlider begrenzt, knapp darüber bilden die Brauen am Augenhöhlenrand einen hohen abgerundeten Grat. Die kurzen Nasen mit runder Spitze zeigen umgrenzte Nasenflügel und gebohrte Löcher. Die vollen Lippen sind mit scharfer Umrißführung gearbeitet (bei der Frau sogar mit einem Grat), die Oberlippen unterhalb des Philtrums (bei der Frau schmal, beim Mann abgeflacht) etwas geschwungen, die Lippenspalte ist eingeritzt.
Kai-pu-Ptah trägt eine kurze schwarze Löckchenperücke. Die Reihen sind in konzentrischen abgetreppten Kreisen um den Kopf gelegt, wobei sich der Ansatz in der Stirn kantig abhebt. Kurze senkrechte Ritzlinien in den Reihen bilden die einzelnen Löckchen. Auf seinem Hals sind der Kehlkopf und - besonders stark - die Nickmuskeln angegeben. Die Farben des mehrreihigen Schmuckkragens sind heute verschwunden. Der Oberkörper zeigt breite, kantige Schultern, leicht erhabene Schlüsselbeine, eine nach unten zu abgesetzte Brust und vorgewölbte Rippenbögen. Vom Halsgrübchen ausgehend führt eine Rinne zur breitovalen Vertiefung des Nabels. Die Muskeln der herabhängenden, mittels eines nur vorne angegebenen Verbindungssteges am Körper anliegenden Arme sind ausgearbeitet, der strahlenförmige Deltamuskel betont. Die Fäuste umschließen den beidseitig vorstehenden "Steinkern". Die Finger sind einzeln angegeben, der Daumennnagel undeutlich ausgearbeitet. Der linke Arm macht die Vorwärtsbewegung des linken Beines mit, das an einem Verbindungssteg lehnt.
Kai-pu-Ptah trägt einen kurzen weißen Galaschurz. Auf der linken Seite ist knapp unterhalb des erhabenen Gürtels die feine Linie des oberen Endes des runden Überschlags auszunehmen. Gürtelknoten und der innerhalb einer Umrahmung plissierte Schurztuchzipfel heben sich in kräftigem Hochrelief ab. Die Beine sind detailliert geformt: Kniescheiben und die sie umgebenden Muskeln, Waden, Schienbeinkanten, längliche Muskeln auf den Außenseiten und Knöchel. Die tiefen Zwischenräume zwischen den sehr schmalen Zehen führen als leichte Rinnen auf den ansteigenden Rist, Nägel und Nagelhaut sind sehr sorgfältig angegeben. 
Ipep trägt eine kinnlange schwarze Perücke. Die schmalen plastischen Strähnen gehen von einem Mittelscheitel aus, der durch eine Ritzlinie in einer leichten Delle am Scheitel gebildet wird. Ihr breiter Hals wird unten abgegrenzt. Vom Schmuckkragen, der über den Trägern des weißen eng anliegenden Kleides lag, sind nur mehr die Konturen erhalten. Unter dem etwas oberhalb der Knöchel ausgestellt endenden Gewand zeichnen sich flach gerundete Brüste und das Schamdreieck ab, die Oberschenkel sind stark vorgewölbt. Ihr linker Oberarm liegt mittels eines Verbindungssteges am Körper an, der Unterarm ist in rechtem Winkel vor den Körper gelegt, die Spitzen der eher kurzen Hand berühren den linken Unterarm des Mannes. Mit dem rechten Arm umfaßt sie seinen Rücken (ihre rechte Brust sitzt deshalb höher). Der flache Unterarm wird rechts auf dem Rücken des Mannes, die Finger vorne auf seiner Taille sichtbar. Die Fußgelenke sind sehr breit, die Nägel der Zehen weniger sorgfältig als beim Mann ausgeführt, die Fingernägel durch Abflachung angegeben.

Gruppo di un uomo e una donna, completamente preservatosi. Kai-pu-ptah e Ipep si appoggiano tramite un archetto di collegamento a uno schienale; il corpo di Ipep è molto inclinato, tanto che i suoi piedi sono quasi alla stessa altezza della gamba sinistra avanzante dell'uomo. L'estremità superiore leggermente obliqua dello schienale rettangolare, che è un po' più stretto dell'alto basamento, giunge press'a poco fino al centro della testa. Kai-pu-ptah, di colorito rosso bruno, supera di mezza testa la consorte, che ha la carnagione di color giallo scuro. I volti delle due figure sono leggermente sollevati, guancie e mento sono rotondi. Gli occhi scavati sono contornati da palpebre superiori strette e angolose, appena al disopra le sopracciglia formano un'alto spigolo che si arcua intorno all'orlo delle orbite degli occhi. I nasi corti dalla punta rotonda hanno le ali nasali ben evidenziate e le narici forate. Le labbra piene hanno una linea di contorno ben marcata (nella donna quasi ad angolo), il labbro superiore sotto al filtrum (nella donna stretto, nell'uomo più ampio e disteso) è arcuato, la linea di divisione delle labbra è incisa. <BR>Kai-pu-ptah porta una corta parrucca nera, composta da trecce disposte in cerchi concentrici che partono dalla sommità del capo. Delle corte linee scalfite verticalmente formano le singole ciocche. La laringe e i muscoli del collo sono chiaramente indicati. I colori del collare a strisce sono ormai scomparsi. Il busto mostra delle spalle ampie e spigolose, le clavicole leggermente sollevate, un torace che si assottiglia verso il basso e i fianchi rotondi. <BR>A partire dal collo una scanalatura giunge fino all'ombelico largo e ovale. I muscoli delle braccia che pendono lungo il corpo sono ben modellati, soprattutto il deltoide. I pugni chiusi reggono le "masse di pietra" sporgenti da ambedue i lati. Le dita sono indicate singolarmente, ma l'unghia del pollice non è chiaramente disegnata. Il braccio sinistro segue il movimento in avanti della gamba corrispondente, che poggia su un archetto di congiungimento. <BR>Kai-pu-ptah porta un corto gonnellino bianco. Sul lato sinistro è possibile notare, appena al disotto della cintura sollevata, la fascia sottile dell'estremità superiore dell'annodamento. Il nodo della cintura e l'estremità di stoffa a pieghe della gonna sono evidenziati in altorilievo. Le gambe sono modellate dettagliatamente: le rotule e i muscoli che le circondano, i polpacci, le tibie, i muscoli allungati sui lati esterni e le caviglie. I profondi spazi intermedi fra le dita dei piedi molto strette si delineano fino al collo del piede che sale verso le gambe, unghie e pellicine sono riportate molto accuratamente. <BR>Ipep porta una parrucca nera lunga fino al mento. Le sottili ciocche in rilievo partono da una scriminatura centrale, indicata da un'incisione sulla sommità del cranio. La base del collo largo è contornata. Del collare, che poggiava sulle bretelle della veste bianca aderente, si sono conservati solo i contorni. Sotto la veste si delineano chiaramente i seni arrotondati e la zona triangolare del pube; le coscie sono marcatamente arcuate. Il braccio sinistro aderisce al corpo per mezzo di un archetto di congiungimento, l'avambraccio forma un angolo retto davanti al busto, le punte delle dita della mano piuttosto corta sfiorano l'avambraccio sinistro dell'uomo. Il braccio destro circonda la spalla di quest'ultimo, (e di conseguenza il seno destro risulta più alto) e le dita sono visibili sul suo fianco destro. Le caviglie sono molto larghe, le unghia delle dita dei piedi sono meno accuratamente modellate rispetto a quelle dell'uomo, mentre sulle mani sono solo levigate.

Estátua dupla bem preservada de um homem com uma mulher à sua esquerda. Kaipuptah e Ipep surgem aqui representados encostados a um bloco, ao qual os seus corpos estao pegados. A mulher, Ipep, está representada dobrada num ângulo pronunciado porque os seus pés est&atilde;o colocados ao mesmo nível que o pé avançado do homem. O topo do bloco, levemente angular, estende-se até ao meio das cabeças das figuras. N&atilde;o é tao largo quanto o pedestal onde assenta.  Kaipuptah está representado mais alto que a mulher por uma diferença de quase metade da sua cabeça. A sua pele foi pintada de castanho avermelhado, enquanto a de Ipep está pintada a amarelo escuro. Os seus rostos com bochechas redondas est&atilde;o viradas para cima. Os olhos fundos surgem enquadrados por pálpebras estreitas bem marcadas, perto das sobrancelhas que parecem ranhuras. Os narizes s&atilde;o pequenos com pontas globulares. As narinas est&atilde;o indicadas com linhas redondas e foram perfuradas. Os lábios cheios e os seus contornos aparecem claramente marcados; os da mulher têm uma ranhura em volta. A saliência entre o nariz e os lábios é marcada por uma fina linha na mulher e por uma saliência nivelada para o homem. Os lábios superiores s&atilde;o ligeiramente curvados; a abertura da boca está marcada por uma linha incisa. <BR>Kaipuptah tem uma cabeleira preta curta.  Os vários caracóis tombam em anéis concêntricos em volta da cabeça. A extremidade da cabeleira está bem marcada na testa. Linhas curtas incisas, na vertical, mostram os caracóis um a um. O seu pescoço mostra a laringe e a musculatura. O colar largo era originalmente multicolorido. O torso tem ombros largos e estreita um pouco em direcç&atilde;o às costelas marcadas. Entre a base do pescoço e o umbigo está uma saliência. O próprio umbigo está indicado como uma depress&atilde;o oval alongada. A transiç&atilde;o entre os braços e o corpo está indicada apenas na frente da estátua. A musculatura dos braços está claramente indicada, especialmente os bícepes. Os punhos parecem segurar algo mas é apenas a pedra do centro da m&atilde;o que n&atilde;o foi retirada. Os dedos foram esculpidos individualmente, apenas as unhas n&atilde;o foram marcadas. O braço esquerdo está avançado tal como a perna esquerda. <BR>Kaipuptah veste um saiote branco, curto, de festa. Do lado esquerdo, por baixo do cinto saliente, um linha indica o topo da dobra do saiote. O nó e a ponta pregueada foram feitos em alto relevo. As pernas foram esculpida com grande detalhe. Os joelhos e a sua musculatura surgem bem visíveis, tal como a barriga das pernas, as tíbias, os músculos do lado de fora e os tornozelos. Os espaços vazios entre os magros dedos dos pés aparecem como saliências. As unhas e pele à volta foram cuidadosamente indicadas. <BR>Ipep tem uma cabeleira preta que lhe cai sobre o ombro. Os caracóis est&atilde;o separados ao meio e indicados como uma linha incisa dentro de uma leve depress&atilde;o do crâneo. O pescoço da mulher é largo e está claramente marcado na parte de baixo. O seu largo colar foi colocado sobre as alças do vestido justo branco. Apenas restam os contornos. O vestido cobre o corpo até aos tornozelos mas os seios redondos e o triângulo púbico s&atilde;o visíveis por baixo, sendo as ancas muito salientes. O seu antebraço esquerdo está ligado ao torso através de pedra. O braço está estendido e toca com a ponta dos dedos o braço esquerdo do homem. A m&atilde;o está meio fechada. O braço direito está em volta das costas do homem, levantando levemente o peito. O seu braço é visível nas costas do homem e os seus dedos tocam na sua cintura. Os pés de Ipep s&atilde;o muito largos e as suas unhas foram trabalhadas com menos cuidado que os do homem. As unhas aparecem indicadas.

Este grupo perfectamente conservado representa a un hombre y a su esposa. Kai-pu-Ptah e Ipep se apoyan contra una placa dorsal. El cuerpo de Ipep está muy inclinado, ya que sus pies se encuentran casi a la altura del pie adelantado del hombre. La parte superior de la placa dorsal es más estrecha que el pedestal y alcanza la mitad de la cabeza. Kai-pu-Ptah, de piel morena, le saca a su mujer, de piel amarillo oscuro, aproximadamente una cabeza de alto. Los rostros elevados poseen un mentón y mejillas redondeadas. Los ojos están muy hundidos y rodeados por cejas angulosas. Las narices, pequeñas y de punta redondeada tienen bien marcadas las fosas nasales. Los labios carnosos están también bien marcados y los de la mujer están subrayados por una línea que los rodea. El labio superior es curvo bajo el philtrum (estrecho para la mujer, plano para el hombre). La abertura entre los labios es una incisión. Kai-pu-Ptah lleva una corta peluca negra cuyas trenzas están dispuestas en círculos concéntricos que comienzan en la coronilla. Los pequeños mechones están indicados mediante incisiones. La laringe y los músculos del cuello están claramente indicados. Los colores del collar han desaparecido. El cuerpo posee anchas espaldas angulosas, clavículas elevadas, pecho caído y costados redondeados.<BR>Una ranura parte del cuello hacia el ombligo oval. Los músculos de los brazos a lo largo del cuerpo están bien formados, sobre todo el deltoides. Los puños cogen el "núcleo de piedra". Los dedos están indicados uno a uno, pero la uña del pulgar no está claramente dibujada. El brazo izquierdo acompaña el movimiento de la pierna izquierda.<BR>Kai-pu-Ptah lleva un corto faldellín blanco. En el lado izquierdo, bajo el cinturón, se puede ver la línea de la parte superior del borde. El nudo y el plisado están realizados en alto-relieve. Las piernas son detalladas, como las rodillas y los músculos que las rodean, los muslos, las tibias, los músculos del lado externo y los tobillos. Entre los estrechos dedos de los pies hay <!---->unas largas aberturas incisas. Las uñas y la piel de las uñas están cuidadosamente indicadas.<BR>Ipep lleva una larga peluca cuyos mechones nacen en la coronilla, indicado por una incisión. Unicamente los contornos del collar pintado sobre el vestido blanco son todavía visibles. El pecho y la zona del sexo son claramente visibles bajo el vestido. Su brazo izquierdo está doblado sobre el pecho y con la punta de los dedos toca el brazo izquierdo de su esposo. El brazo derecho le rodea la espalda y es visible en el costado derecho de la cintura del hombre. Los tobillos son anchos. Las uñas de los pies no están tan cuidadosamente representadas como las del hombre. Las uñas de las manos no están más que pulidas.

الكتابة
اللغة
نوع النص
محتوى النص
تقنية الكتابة
حالة حفظ النص
هيروغليفي V28(Q3:X1) V31:Q3 ! ! mi X1:D21:N18 i(p:p) ! !
الترجمة الصوتية KA(.j)-pw-ptH, mjtrt Jpp
الترجمة Kai-pu-ptah. The Miteret Ipep Kai-poe-ptah. De min Ipep. Kai-pu-ptah. The Miteret Ipep Kai-pou-ptah. La nourrice Ipep. Kai-pu-Ptah. Die Miteret Ipep. Kai-pu-ptah. La Miteret Ipep. Kaipuptah. Ipep Kai-pu-Ptah. La nodriza Ipep.

الصور	Attachments