De vrouw draagt een lange pruik die op de schouders valt met sierlijke vlechten, het lange witte kleed van dames uit de hogere stand en een brede halskraag. De schouderbanden van het kleed en de kraag waren met verf aangegeven, waarvan nu enkel sporen zijn overgebleven. Zij staat rechtop met de armen langs, maar niet tegen het lichaam gedrukt; een verbindingsstuk verbindt de armen met het lichaam. Het volle gezicht heeft een individuele blik, waarbij men een vrolijk, ondeugend karakter lijkt te kunnen herkennen. De uitvoering en het formaat van het beeld leiden tot de conclusie dat het beeld uit een serdab komt van een van de talrijke mastaba's uit de necropool van Giza.
Satzinger, H., Das Kunsthistorische Museum in Wien. Die Ägyptisch-Orientalische Sammlung. Zaberns Bildbände zur Archäologie 14 und Antike Welt (Sonderheft), Mainz (1994) 118, Abb. 82.