Aardewerken vaas met platte basis, convex profiel en korte, wijde hals. Aan beide kanten bevindt zich een meer decoratieve dan functionele golvende greep. Er zijn resten van de originele inhoud, een aromatisch vet dat in het graf geplaatst werd zodat de overledene het in het hiernamaals kon gebruiken. Dit exemplaar werd gevonden in een van de graven uit het vierde millennium voor Christus bij de belangrijke vroege nederzetting bij Kom el-Ahmar (het Hiƫraconpolis uit latere teksten) in zuidelijk Opper-Egypte. Op grond van deze en andere grafgiften in het rijke graf kan de bijzetting gedateerd worden in het eind van de Naqada II Periode, aan de vooravond van de vereniging van Opper- en Neder-Egypte in de laatste fase van de staatsvorming. Tijdens deze periode was Kom el-Ahmar een van de grotere centra van het opbloeiende Egyptische koningschap.