Buitenlanders en Egyptenaren die een vijandige status hadden verworven binnen het rijk konden door magie vervloekt en onschadelijk gemaakt worden. Bovendien was zulke magie ook gericht tegen slechte gedachten of kwade dromen. Dit gebeurde door beeldjes te maken van in de zon gedroogde klei die vervolgens beschreven werden met vervloekingsteksten in het hiëratisch (cursieve hiërogliefen). In het magische verwoestingsproces werden de beeldjes letterlijk stuk geslagen waardoor men hoopte dat de persoon, groep of gedachte in kwestie hetzelfde lot zou ondergaan. Het hier vertoonde vijandelijke figuurtje zit op de knieën en heeft de armen op de rug gebonden. Het laat zien dat het tijdens het proces onthoofd werd en beschadigingen onderging aan de knieën.