De Egyptische mangoeste, oftewel ichneumon, werd al sinds de 4e dynastie voorgesteld in moeras-scènes in grafkapellen, maar werd pas in de Late en Ptolemaeïsche Periode aangezien als een heilig dier. In deze perioden, wanneer de metaalnijverheid een hoge graad van perfectie had bereikt, werden veel bronzen dieren vervaardigd die als votiefoffer door pelgrims werden geschonken aan tempels of heiligdommen (meestal in de Delta). De meeste figuren werden hol gegoten en bevatten vaak fragmenten van botmateriaal, waardoor gesuggereerd wordt dat ze ook als sarcofaag werden gebruikt voor de dieren zelf. De ichneumon werd mythologisch geassocieerd met Horus-Mekhentienirty, de 'blinde en ziende god' in Letopolis. De Egyptische mangoeste had ook banden met de god Atoem van Heliopolis en de godin Wadjet van Buto en wordt soms met een zonneschijf en een uraeus afgebeeld. Hij wordt tevens met de zonnegod Re geassocieërd die zich in een dergelijk beest zou hebben veranderd ten einde de vervaarlijke Apophis te verslaan in de onderwereld. In Tell Basta (Boebastis) werden talrijke organische resten en bronzen teruggevonden van de ichneumon. De Leidse figuur is in een klassieke houding afgebeeld: hij staat rechtop op de achterpoten met opgeheven voorpoten en de staart loopt zijdelings naar de voorkant op het voetstuk.