Afgebeeld is een farao met de nemes-hoofddoek met uraeus, een ceremoniële baard, halskraag en de andjety-kroon, die naar rechts kijkt. Hij houdt de hiëroglief voor "veld" (Gardiner M20) met beide handen omhoog naar een (verdwenen) godheid, van wie alleen een gedeelte van de was-scepter bewaard is. Boven het offer zijn de onderste resten van twee cartouches te zien, die het bijschrift bij de koning vormden. Het stuk is uitgevoerd in zeer diep reliëf, de hoofddoek en de halskraag zijn weinig gedetailleerd.