English
Français
Deutsch
Nederlands
Italiano
Espagnol
Portuguese
Arabic
English
|
Français
|
Deutsch
|
Nederlands
|
Italiano
|
Espagnol
|
Portuguese
|
Arabic
|
Alle
Afbeeldingen
Basisinfo
Eigenschappen
Datering
Acteurs
Tekstdata
Referentie
Huidige bewaarplaats
Internationaal inventarisnummer
Inventarisnummer
Benaming
Vertaling:
D
E
F
G
I
P
S
A
Categorie
Typologie
Beschrijving
De kist heeft een gewelfd deksel. Het onderste gedeelte is gedecoreerd met wijnranken aan alle kanten behalve het hoofdeind, waar een gevleugelde scarabee is geschilderd. De overledene is op het deksel afgebeeld als een mummievormige Hathor, in een gestippeld gewaad met op de voorkant één verticale tekstkolom. Zij is volledig frontaal afgebeeld. In de tegenover elkaar gehouden handen heeft ze een sechem-scepter en een hes-vaas. Ze draagt een halskraag en een gespikkelde pruik waarop de dubbele pluimen-kroon en de koeiehoorns met zonneschijf staan. Twee weeklagende vrouwen, waarschijnlijk Isis en Nephthys, zitten geknield aan weerszijden van haar hoofd (en profil). Zij dragen een lang nauwsluitend gewaad dat de borsten vrij laat, een halskraag, armbanden en een halflange pruik met lokjes. In één hand houden ze een hes-vaas. Het bovenlichaam van de overledene wordt geflankeerd door de Horus-zonen: boven de rechter elleboog Amset met het mensenhoofd, eronder Doeamoetef met de jakhalskop; boven de linker elleboog Hapy met de baviaankop, eronder Qebehsenoeëf met de valkekop. Daaronder zijn rechts Thot en links Sobek afgebeeld, en nogmaals de vier Horus-zonen: linksboven Qebehsenoeëf, linksonder Amset, rechtsboven Hapy en rechtsonder Qebehsenoeëf (sic). Al deze figuren zijn afgebeeld als staande mummies met een halskraag, die ofwel met één hand een beker vasthouden ofwel met twee handen een doek. Alle voornoemde figuren zijn afgebeeld op een achtergrond van een geschilderd kralennet, dat aan de bovenkant wordt begrensd door een band met sterren en aan de onderkant door een band met rozetten. Op de zijkanten van het deksel is een brede band geschilderd van mummievormige godheden die van elkaar gescheiden worden door telkens twee rozetten of bloemen. Rechts, van hoofd- naar voeteneind: Osiris met de atef-kroon en een was-scepter, de valkkoppige Horus met de dubbele kroon en een was-scepter, Isis met de hiëroglief voor haar naam op het hoofd en met een wadj-scepter, Nephthys dito, Bastet met de dubbele kroon en met een doek; de vier Horus-zonen: Amset, Hapy, Doeamoetef en Qebehsenoeëf met zonneschijven op het hoofd en doeken in de hand; een mummie die op een baar met wielen ligt. Links, van hoofd- naar voeteneind: een figuur met een valkekop, met een slangekop, en met een krokodillekop; de vier Horus-zonen: Amset, Hapy, Doeamoetef en Qebehsenoeëf; een figuur met een slangekop, en met een menselijk hoofd (Maät?). Al deze figuren zijn afgebeeld als zittende mummies met een maät-veer op het hoofd (m.u.v. Doeamoetef), een halskraag, en een maät-veer in de hand, en met een lege tekstkolom. De rij wordt weer gesloten door een mummie die op een baar met wielen ligt. Op het hoofdeinde van het deksel is Isis afgebeeld, die met uitgespreide vleugels knielt op de hiëroglief die staat voor "goud" (Gardiner S12). Ze wordt aan de bovenkant geflankeerd door Osiris (rechts) en Re-Horachte (links), en aan de onderkant door twee tit-tekens en twee liggende jakhalzen. Op het voeteneinde is een valk met uitgespreide vleugels afgebeeld. De ronde bovenkant is afgezet met een gekleurde band. De binnenkant van de kist is onbeschilderd.
Vertaling:
D
E
F
G
I
P
S
A
The coffin has a vaulted lid. The lower piece is decorated with grapevines on all sides except the head, where a winged scarab is depicted.<BR>The deceased is shown on the lid as a mummiform Hathor, in a dotted garment with one vertical textcolumn on the front. She is represented completely in frontal view. In her opposed hands are a sekhem-sceptre and a hes-vase. She wears a collar and a dotted wig on which rest the double feather-crown and the cow's horns with sun disk.<BR>Two wailing women, probably Isis and Nephthys, kneel on either side of her head. They wear long, close-fitting garments that do not cover the breasts, collars, bracelets and semi-short curly wigs. They hold hes-vases.<BR>The upper body of the deceased is flanked by the Four Sons of Horus: at the right elbow are Amset and Duamutef, at the left elbow are Hapi and Qebehsenuef. Underneath, Thoth (at the right) and Sobek (at the left) are painted, and again the four sons of Horus: to the left Qebehsenuef and Amset, to the right Hapi and Qebehsenuef (sic). All these figures are represented as standing mummies with collars, holding either a cup in one hand or a cloth with both hands.<BR>All previously mentioned figures are depicted on a background of a painted bead net, bordered at the top by a band with stars and at the bottom by a band with rozettes.<BR>On the sides of the lid, a broad band is painted in which two rozettes or flowers alternate with mummiform deities, with varying heads and crowns. The last figure on the bands is (on either side) a mummy on a bier with wheels.<BR>At the top of the coffin is Isis, kneeling with outspread wings on the hieroglyph meaning "gold" (Gardiner S12). She is flanked by Osiris (right) and Re-Harakhty (left) at the top, and by two tit-signs and two reclining jackals at the bottom.<BR>At the foot of the coffin, a falcon with outspread wings is depicted. The round top is bordered by a coloured band.<BR>The inside of the coffin is undecorated.
La cuve est pourvue d'un couvercle voûté. La cuve est de tous les côtés décorée de vignes, sauf à la tête où figure un scarabée ailé. La défunte sur le couvercle se présente frontalement comme une Hathor momiforme, habillée dans une tunique pointillée, couverte d'une colonne de texte. Dans les mains elle tient un sceptre-sekhem et un vase-hes. Elle est coiffée d'une perruque pointillée surmontée des deux plumes et des cornes entourant le disque. Deux pleureuses agenouillées, probablement Isis et Nephthys, entourent sa tête. Elles portent une longue robe moulantes, découvrant les seins, un collier, des bracelets et une perruque à mèches. Elles tiennent un vase-hes dans une main. Le corps de la défunte est flanqué par les fils d'Horus. Au-dessus du coude droit se trouve Amset à tête humaine, en dessous Douamoutef à tête de chacal. Au-dessus du coude gauche se trouve Hepi à tête de babouin et en dessous Qebehsenouf à tête de faucon. Sous eux se trouvent Thoth à droite et Sobek à gauche et une fois de plus les quatre fils d'Horus: Qebehsenouf (en haut à droite), Amset (en bas à gauche), Hepi (en haut à droite) et Qebehsenouf (sic en bas à droite). Ces personnages momiformes portant un collier, tiennent soit un gobelet dans une main, soit un tissu dans les deux mains. Tous ces personnages sont peints sur un fond imitant une résille bordée en haut par une frise d'étoiles et en dessous par une frise de rosettes. Les côtés du couvercle portent une série de divinités momiformes séparées par deux rosettes ou deux fleurs. A droite de la tête vers les pieds, on trouve Osiris, coiffé de l'atef et tenant un sceptre-ouas, Horus à tête de faucon coiffé de la couronne double tenant un sceptre-ouas, Isis coiffée de son hiéroglyphe et tenant le sceptre-ouadj, Nephthys de même, Bastet coiffée de la couronne double tenant un tissu, les quatre fils d'Horus coiffés du disque et tenant un tissu et finalement une momie sur un lit sur roues. A droite de la tête vers les pieds, on voit une figure à tête de faucon, une à tête de serpent et une à tête de crocodile, les quatre fils d'Horus, une figure à tête de serpent, et une à tête humaine (Maât?). Tous ces personnages sont représentés comme des momies assises coiffées d'une plume de Maât (sauf Douamoutef), portant un collier et tenant une plume. Les colonnes de textes sont vides. La série est de nouveau cloturée par une momie sur un lit sur roues. Sur la tête du couvercle figure Isis agenouillée sur le signe de l'or (Gardiner S12) et déployant les ailes. Elle est entourée d'Osiris, de Rê-Horakhty, de deux signes-tit et de deux chacals couchés. Sur les pieds du couvercle figure un faucon aux ailes déployées. Il est surmonté d'une bande colorée. L'intérieur du couvercle n'est pas décoré.
Der Sarg besitzt einen gewölbten Deckel. Der untere Teil ist auf allen Seiten mit Weinreben verziert außer am Kopf, wo ein geflügelter Skarabäus dargestellt ist. Die Verstorbene ist auf dem Deckel als mumiengestaltige Hathor in einem getüpfelten Gewand zu sehen, mit einer senkrechten Textkolumne darauf. Sie ist vollständig in Frontalansicht dargestellt. In ihren gegeneinander gepreßten Händen sind ein Sechem-Szepter und eine Hes-Vase. Sie trägt einen Halskragen und eine getüpfelte Perücke, auf der die Zwei-Feder-Krone und das Kuhgehörn mit Sonnenscheibe angebracht sind. Zwei Klagefrauen, wahrscheinlich Isis und Nephthys, knien zu beiden Seiten ihres Kopfes. Sie tragen lange, eng anliegende Gewänder, die die Brüste nicht bedecken, sowie Halskragen, Armbänder und halblange Löckchenperücken. Sie halten Hes-Vasen.<BR>Der obere Teil des Körpers der Verstorbenen wird von den vier Horuskinder flankiert: am rechten Ellbogen stehen Amset und Duamutef, am linken Ellbogen Hepi und Kebehsenuef. Darunter sind Thoth (rechts) und Sobek (links) aufgemalt, und wiederum die vier Horuskinder: links Kebehsenuef und Amset, rechts Hepi und Kebehsenuef (sic). All diese Figuren sind als stehende Mumien mit Halskragen dargestellt, die entweder ein Gefäß in einer Hand oder ein Tuch in beiden Händen halten.<BR>Alle zuvor genannten Figuren sind auf dem Hintergrund eines aufgemalten Perlennetzes dargestellt, das am oberen Ende von einem Streifen mit Sternen und am unteren Ende von einem Streifen mit Rosetten eingefaßt wird. Auf den Seiten des Deckels ist ein breiter Streifen mit zwei Rosetten oder Blumen und abwechselnd mumiengestaltigen Gottheiten mit unterschiedlichen Köpfen und Kronen aufgemalt. Die letzte Figur auf dem Streifen ist (auf jeder Seite) eine Mumie auf einer Totenbahre mit Rädern.<BR>Am Kopfende des Sarges befindet sich Isis, die mit ausgestreckten Flügeln auf der Hieroglyphe mit der Bedeutung ''Gold'' (Gardiner S12) kniet. Sie wird oben von Osiris (rechts) und Re-Harachte (links) und unten von zwei Tit-Zeichen und zwei liegenden Schakalen flankiert.<BR>Am Fußende befindet sich ein Falke mit ausgestreckten Flügeln. Das abgerundete obere Ende wird von einem farbigen Streifen eingefaßt.<BR>Die Innenseite des Sarges ist undekoriert.
Il sarcofago ha un coperchio arcuato. La parte inferiore è decorata da tralci su tutti i lati eccetto che sulla testa, sulla quale è dipinto uno scarabeo alato. Il defunto è raffigurato sul coperchio come Hathor mummiforme, in una tunica punteggiata con una colonna di testo verticale sul davanti. Ella è raffigurata completamente di fronte. Nelle mani poste l'una di fronte all'altra regge uno scettro sekhem e un vaso hes. Porta un collare e una parrucca punteggiata sulla quale c'è la corona a doppia piuma e le corna bovine con disco solare.<BR>Due donne in lamento, probabilmente Iside e Nefti, siedono inginocchiate ai lati della sua testa (di profilo). Esse indossano una lunga tunica aderente che lascia scoperti i seni, un collare, bracciali e una parrucca di media lunghezza con ricci. In una mano regge un vaso hes. <BR>La parte superiore del corpo del defunto è affiancata dai Figli di Horo: sopra il gomito sinistro Amset a testa umana, al disotto Duamutef a testa di sciacallo; sopra al gomito sinistro Hepi a testa di babbuino, al disotto Qebehsenuef a testa di falco. Sotto di essi sono raffigurati a destra Thot e a sinistra Sobek, e nuovamente i figli di Horo: sopra a sinistra Qebehsenuef, sotto a sinistra Amset, sopra a destra Hepi e sotto a destra Qebehsenuef (sic). Tutte queste figure sono rappresentate come delle mummie stanti con un collare, le quali reggono o con una mano una coppa o con due mani una stoffa. <BR>Tutte le suddette figure sono rappresentate su uno sfondo di una rete di perline dipinta, che è delimitata sulla parte superiore da una fascia di stelle e su quella inferiore da una fascia di rosette. <BR>Su ambedue i lati del coperchio è dipinta una larga serie di divinità mummiformi che sono ripetutamente separate fra di loro da due rosette o fiori. A destra, dalla testa ai piedi: Osiride con la corona-atef e uno scettro-uas, Horo ieracocefalo con la doppia corona e lo scettro uas, Iside con il geroglifico del suo <!---->nome sulla testa e con uno scettro wadj, Nefti idem, Bastet con la doppia corona e una stoffa; i quattro figli di Horo: Amset, Hepi, Duamutef e Qebehsenuef con dischi solari sulla testa e pezzi di stoffa in mano; una mummia che giace su una lettiga con ruote. <BR>A sinistra, dalla testa ai piedi: una figura con testa di falco, con testa di serpente, e con testa di coccodrillo; i quattro figli di Horo: Amset, Hepi, Duamutef e Qebehsenuef; una figura a testa di serpente, e con una testa umana (Maat?). Tutte queste figure sono raffigurate come mummie sedute con una piuma maat sulla testa (a eccezione di Duamutef), un collare, e una piuma maat nella mano, vicino a una colonna priva di testo. La serie è chiusa da una mummia che giace su una lettiga con ruote. <BR>Sulla testa del coperchio è raffigurata Iside, che con le ali spiegate è in ginocchio sul geroglifico che significa "oro"(Gardiner S12). Ella è affiancata sulla parte superiore da Osiride (a destra) e Ra-Harakhty (a sinistra), e sulla parte inferiore da due segni tit e due sciacalli distesi. <BR>Sui piedi è raffigurato un falco con ali distese. La parte superiore arrotondata è orlata da una fascia colorata. <BR>L'interno dell'alveo non è dipinto.
O sarcófago tem uma cobertura abaulada. A parte inferior está decorada com vinhas em todos os lados, salvo a cabeceira, onde está pintado um escaravelho alado. A defunta está representada na cobertura como uma Hathor mumiforme, usando um traje pontilhado com uma coluna de texto na frente. A representação é completamente frontal. Nas mãos segura um ceptro-sekhem e um jarro-hes. Usa um colar e uma cabeleira pontilhada na qual se encontram uma coroa com penas duplas e os cornos de vaca com disco solar. Duas mulheres lamentando, provavelmente Ísis e Néftis, estão ajoelhadas em ambos os lados da sua cabeça (em perfil). Usam um traje longo e apertado que não esconde os seios, um colar, braceletes e uma cabeleira comprida. Numa mão seguram um jarro "hes". O tronco da defunta é ladeado pelos filhos de Hórus: sobre o cotovelo direito Imseti com cabeça humana, debaixo Duamutef com cabeça de chacal; sobre o cotovelo esquerdo Hepi com cabeça de babuíno, debaixo Kebehsenuef com cabeça de falcão. Debaixo estao representados à direita Tot e à esquerda Sobek, e mais uma vez os quatro filhos de Hórus: em cima à esquerda Kebehsenuef, em baixo à esquerda Imseti, em cima à direita Hepi e em baixo à direita Kebehsenuef (sic). Todas estas figuras são representadas como múmias em pé com colar, segurando quer um copo numa mão quer um pano em ambas as maos.<BR>Todas as figuras em cima citadas foram representadas no fundo de uma rede de contas pintada, que é limitada na parte superior por uma faixa com estrelas e na parte inferior por uma faixa com rosetas.<BR>Nos lados da cobertura está pintada uma faixa larga com deuses mumiformes, separados por duas rosetas ou flores. A direita, de alto a baixo: Osíris com a coroa-atef e um ceptro-uase, Hórus com cabeça de falcão, a coroa dupla e um ceptro "uase", Ísis com o hieróglifo do seu <!---->nome na cabeça e com um ceptro "uadj", Néftis identicamente, Bastet com a coroa dupla e com um pano; os quatro filhos de Hórus: Imseti, Hapi, Duamutef e Kebehsenuef com discos solares na cabeça e panos na mão; uma múmia deitada num ataúde.<BR>A esquerda, de alto a baixo: uma figura com cabeça de falcão, com cabeça de serpente, e com cabeça de crocodilo; os quatro filhos de Hórus; uma figura com cabeça de serpente, e com cabeça humana (Maet?). Todas estas figuras surgem representadas como múmias sentadas com uma pena maética na cabeça (excepto Duamutef), um colar, uma pena maética na mão, e com uma coluna de texto vazia. A fila termina outra vez por uma múmia deitada num ataúde.<BR>Na cabeceira da cobertura figura Ísis, ajoelhando-se com asas estendidas sobre o hieróglifo "ouro" (Gardiner S12). É ladeada na parte superior por Osíris (à direita) e Ré-Horakhti (à esquerda), e na parte inferior por dois signos "tit" e dois cães selvagens deitados.<BR>Na base está figurado um falcão com asas estendidas.<BR>A parte superior redonda é enquadrada por uma faixa colorida.<BR>O interior da caixa não exibe pinturas.
La caja, que lleva una tapa abovedada, está decorada con viñetas por todas partes excepto la cabeza, en la que hay un escarabeo alado. La difunta aparece representada en la tapa frontalmente y a la manera de una Hathor momiforme, vestida con una túnica punteada, cubierta por una columna de texto. En las manos lleva un cetro-sejem y un vaso-hes. Lleva una peluca punteada, con dos plumas y con cuernos flanqueando al disco. Dos plañideras arrodilladas, probablemente Isis y Nefthys, rodean su cabeza. Visten largos vestidos ajustados que dejan los senos al descubierto, un collar, brazaletes y un peluca de mechones. En la mano sujetan un vaso-hes. El cuerpo de la difunta está flanqueado por los Hijos de Horus. Encima del codo derecho aparece Amset, de cabeza humana, y debajo Duamutef, con cabeza de chacal. Encima del codo izquierdo se encuentra Hepi, con cabeza de babuino, y debajo Quebehsenuf, con cabeza de halcón. Debajo de ellos aparecen Thot, a la derecha, y Sobek, a la izquierda; a continuación, otra vez los cuatro hijos de horus: Quebehsenuf (arriba a la izquierda), Amset (abajo a la izquierda), Hepi (arriba a la derecha) y Quebehsenuf (sic) (abajo a la derecha). Estos personajes momiformes llevan un collar acompañado, bien de un cubilete, en una mano, bien de un trozo de tela, en las dos manos. Todos estos personajes están pintados sobre un fondo que imita una redecilla, bordeada por arriba por un friso de estrellas y por debajo por un friso de rosetas.<BR>Los laterales de la tapa llevan una serie de divinidades momiformes separadas por dos rosetas o dos flores. A la derecha de la cabeza, hacia los pies, aparecen: Isis, con la corona- atef y un cetro-uas; Horus, con cabeza de halcón, con la doble corona y un cetro-uas; Isis, con su jeroglífico sobre la cabeza y el cetro-uady; Nefthys, con su jeroglífico sobre la cabeza y el cetro-uady; Bastet, con la doble corona y sujetando una tela; los cuatro Hijos de Horus , tocados con un disco y sujetando una tela; y, por último, una momia sobre un lecho con ruedas. A la derecha de la cabeza, hacia los pies, se ve a una figura con cabeza de halcón, a una con cabeza de serpiente y a una con cabeza de cocodrilo, a los cuatro Hijos de Horus , a una figura con cabeza de serpiente y a otra con cabeza humana (¿Maat?). Todos estos personajes están representados como momias sentadas y con una pluma Maat sobre la cabeza (excepto Duamutef), con un collar y sujetando una pluma. Las columnas de texto están vacías. La serie de nuevo termina con una momia sobre un lecho con ruedas.<BR>En la cabeza de la tapa aparece Isis arrodillada sobre el signo del oro (Gardiner S12) y desplegando sus alas. Está rodeada por Osiris, Re-Harajty, dos signos-tit y dos chacales tendidos. En los pies de la tapa hay un halcón con las alas desplegadas. Está coronado por una banda coloreada. El interior de la tapa no está decorado.
The coffin has a vaulted lid. The lower piece is decorated with grapevines on all sides except the head, where a winged scarab is depicted.<BR>The deceased is shown on the lid as a mummiform Hathor, in a dotted garment with one vertical textcolumn on the front. She is represented completely in frontal view. In her opposed hands are a sekhem-sceptre and a hes-vase. She wears a collar and a dotted wig on which rest the double feather-crown and the cow's horns with sun disk.<BR>Two wailing women, probably Isis and Nephthys, kneel on either side of her head. They wear long, close-fitting garments that do not cover the breasts, collars, bracelets and semi-short curly wigs. They hold hes-vases.<BR>The upper body of the deceased is flanked by the Four Sons of Horus: at the right elbow are Amset and Duamutef, at the left elbow are Hapi and Qebehsenuef. Underneath, Thoth (at the right) and Sobek (at the left) are painted, and again the four sons of Horus: to the left Qebehsenuef and Amset, to the right Hapi and Qebehsenuef (sic). All these figures are represented as standing mummies with collars, holding either a cup in one hand or a cloth with both hands.<BR>All previously mentioned figures are depicted on a background of a painted bead net, bordered at the top by a band with stars and at the bottom by a band with rozettes.<BR>On the sides of the lid, a broad band is painted in which two rozettes or flowers alternate with mummiform deities, with varying heads and crowns. The last figure on the bands is (on either side) a mummy on a bier with wheels.<BR>At the top of the coffin is Isis, kneeling with outspread wings on the hieroglyph meaning "gold" (Gardiner S12). She is flanked by Osiris (right) and Re-Harakhty (left) at the top, and by two tit-signs and two reclining jackals at the bottom.<BR>At the foot of the coffin, a falcon with outspread wings is depicted. The round top is bordered by a coloured band.<BR>The inside of the coffin is undecorated.
Vindplaats
Plaats van herkomst
Materiaal
Techniek
Staat van bewaring
Kleuren
Hoogte
(cm)
Breedte
(cm)
Lengte
(cm)
Diepte
(cm)
Diameter
(cm)
Gewicht
(grs)
Datering
Datering (vrije tekst)
Dateringscriterium
Goden
Koningen
Personen
Schrift
Taal
Tekstgenre
Tekstinhoud
Schrijftechniek
Conservering van de tekst
Hierogliefen
Transliteratie
... n ... TAw m Xrt-nTr? i @wt-@r-%t ms.n @wt-@r Imn(-m)-ipt di rn.s? TAw nDm m S...ty nb n sw... iwnw? iw wr sAw BHdty? nty ... nb %tX? rwD r srwD? Ts r anx.s anx HoA
Vertaling
... van ... de adem (in de necropolis?) o Hathor-Isis, gebaard door Hathor en Amenemope (die haar naam gaf?); zoete adem in alle ... van ... Heliopolis, die van Edfoe, die ... (... Seth?) (...? ...?) zij leve, de heerser leve(?).
Vertaling:
D
E
F
G
I
P
S
A
... of ... breath (in the necropolis?) ... o Hathor-Isis, borne by Hathor and Amenemope (who gave her a name?); sweet breath in all ... of ... Heliopolis, he of Edfu, who ... (... Seth?) (...? ...?) may she live, may the ruler live(?).
...... le souffle (dans la nécropole?) o Hathor-Isis, née des Hathor et Amenemope (qui lui donne son nom?); le souffle frais dans tous... de ... Héliopolis, celui d'Edfou, celui ... (... Seth?) (...? ...?) qu'elle vive, que le souverain vive (?).
... von ... Lufthauch (in der Nekropole?) ... o Hathor-Isis, geboren von Hathor and Amenemope (der ihr den Namen gab?); süßer Lufthauch in allen ... von ... Heliopolis, der von Edfu, welcher ... (... Seth?) (...? ...?) möge sie leben, möge der Herrscher leben(?).
... di ... il respiro (nella necropoli?) o Hathor-Iside, nata da Hathor e Amenemope (che le dette nome?); dolce respiro in ogni ... di ... Heliopoli, quella di Edfu, che ... (... Seth?) (...? ...?) che ella viva, che il sovrano viva(?).
... de ... o hálito (na necrópole?), ó Hathor-Ísis, posta no mundo por Hathor e Amenemope (que deu o seu <!---->nome?); hálito doce em todos os ... de ... Heliópolis, os de Edfu, aqueles ... (... Set?) (...? ...?) que ela viva, viva o soberano (?).
... el aliento (¿en la necrópolis?), oh Hathor-Isis, nacida de Hathor y Amenemope (¿que le da su nombre?); el aliento fresco en todos... de... Heliópolis, el de Edfú, el de... (...¿Seth?) (...? ...?) que ella viva, que el soberano viva (?).
... of ... breath (in the necropolis?) ... o Hathor-Isis, borne by Hathor and Amenemope (who gave her a name?); sweet breath in all ... of ... Heliopolis, he of Edfu, who ... (... Seth?) (...? ...?) may she live, may the ruler live(?).
Verwerving
Jaar van verwerving
Geschiedenis van het voorwerp
Het object behoorde tot 1921 tot de collectie Von Bissing te München onder nr. H.192, daarna kwam het in het Museum Scheurleer te Den Haag. In 1934 werd het verworven voor het Allard Pierson Museum.
Verwante voorwerpen
Fotografische referenties
Auteur van het document
Eerste registratie
Datum van de laatste up-date
Bibliografie
G.A.S. Snijder (ed.), Algemeene gids Allard Pierson Museum Amsterdam, 1956 (tweede druk), 18 diversen (M.H. Groothand), Griekse, Etruskische en Romeinse kunst (catalogus APM), 1984 (tweede druk), 181-183/fig. 144-145 R.A. Lunsingh Scheurleer (ed.), Egypte, eender en anders (tentoonstellingscatalogus APM), 1984, 39 W.M. van Haarlem, CAA Allard Pierson Museum Amsterdam, Fasc. IV, 1997, 95-98
Algemeen commentaar
De kist heeft parallellen in zowel andere kisten als in mummiedoeken. Dit suggereert een datering in de overgangsfase tussen het voorkomen van deze twee, die in de 2e eeuw v.C. valt. Het feit dat Hathor is afgebeeld als godin van de doden is niet ongebruikelijk. Material: Beide delen van de kist zijn samengesteld uit lange planken, die met pen-en-gat-verbindingen zijn bevestigd. Het oppervlak is dun gepleisterd en beschilderd. Staat van bewaring: De binnenkant van het deksel is verstevigd met moderne houten bogen. Het deksel is aan het onderste deel bevestigd met moderne houten pennen. In het hoofdeinde van het deksel zitten enkele spijkers. De verf is hier en daar afgebladderd, vooral op de naden van de planken. Er zijn gaten in het hout gevallen waar knoesten in de planken zaten. Commentaar op de tekst: De tekst lijkt nogal corrupt en is moeilijk te begrijpen. Dispositie: De verticale tekstkolom is geschilderd op de voorkant van het gewaad van de als mummievormige Hathor afgebeelde overledene. Iconografie: Deksel, hoofdafbeelding: de overledene frontaal afgebeeld als mummievormige Hathor, gekleed in een gestippeld mummiegewaad, met halskraag en pruik waarop de dubbele pluimen-kroon en de koeiehoorns met zonneschijf staan. In de tegenover elkaar gehouden handen een sechem-scepter en een hes-vaas. Deksel, subsidiaire afbeeldingen: twee weeklagende vrouwen (Isis en Nephthys) zitten geknield aan weerszijden van het hoofd, gekleed in een lang nauwsluitend gewaad dat de borsten vrij laat, een halskraag, armbanden en een halflange pruik met lokjes, met een hes-vaas in de hand; de Horus-zonen, Thot en Sobek, en nogmaals de Horus-zonen (met nog een Qebehsenoeëf i.p.v. Doeamoetef), afgebeeld als staande mummies met een halskraag, die ofwel met één hand een beker vasthouden ofwel met twee handen een doek. Rechter zijkant: Osiris met de atef-kroon en een was-scepter, de valkkoppige Horus met de dubbele kroon en een was-scepter, Isis met de hiëroglief voor haar naam op het hoofd en met een wadj-scepter, Nephthys dito, Bastet met de dubbele kroon en met een doek, de vier Horus-zonen met zonneschijven op het hoofd en doeken in de hand; een mummie die op een baar met wielen ligt. Linker zijkant: een figuur met een valkenkop, met een slangenkop, en met een krokodillenkop, de vier Horus-zonen, een figuur met een slangenkop, en met een menselijk hoofd (Maät?); een mummie die op een baar met wielen ligt. Al deze figuren zijn afgebeeld als zittende mummies met een maät-veer op het hoofd (m.u.v. Doeamoetef), een halskraag, en een maät-veer in de hand, en met een lege tekstkolom. Hoofdeinde: Isis, die met uitgespreide vleugels knielt op de nbw-hiëroglief; geflankeerd door Osiris en Re-Horachte, twee tit-hiërogliefen en twee liggende jakhalzen. Voeteneinde: een valk met uitgespreide vleugels.
Afbeeldingen
Attachments