The Global Egyptian Museum

De graf- en votiefbeelden van niet koninklijke personages uit het Middenrijk worden gekenmerkt door het realisme in de weergave van de gezichtstrekken zoals we die ook kennen voor de koningsbeelden (zie het hoofd van Sesostris III, afb ? [inv nr. 5813]). Zij ontberen echter iedere uitdrukking van energie en macht; ook qua formaat zijn ze bescheidener. Het beeld van de "spreker van Thebe" Sobek-em-saf doorbreekt dit kader. Dit iets minder dan levensgrote beeld toont een duidelijk corpulente man wiens waardigheid benadrukt is. Hij staat met opgeheven hoofd en de armen langs het lichaam voor zijn god. Het schort dat onder de borst vastgeknoopt is, is een typische klederdracht voor de hoge ambtenaren. Het hoofd is kaal en de gelaatstrekken volgen het realisme van het Middenrijk, op een paar details na, zoals de oogleden die schematisch weergegeven zijn. Het beeld is hedentendage in drie stukken gebroken waarvan slechts twee origineel zijn: de kop en de romp. De sokkel met de voeten is in bruikleen van het Nationaal Museum van Ierland. De twee kolommen tekst op de schort geven ons de titels en de naam van de man: de "spreker Sobek-em-saf, gerechtvaardigd, geboren uit Dat-nofret, gerechtvaardigd". Op de basis en de rugpijler staat een offerformule waardoor het beeld verzekerd wordt van een deel van de offers van de goden voor "de spreker van Thebe, Sobek-em-saf, gemaakt door de grote van de tien van het zuiden Dedoe-sobek Bebi". Deze informatie stelt ons in staat de man op andere monumenten te identificeren: een man op een stèle van Caïro wiens naam ...-em-saf gelezen wordt, en ook de Sobek-em-saf die op een veel kleiner schrijversbeeld van Berlijn voorkomt maar de veel bescheidener titel draagt van "chef van de schuren". Verder is er een man met dezelfde titels die de broer van de "grote koninklijke gemalin Noeb-chaës" genoemd wordt op een grafstèle in het Louvre. We weten echter niet met zekerheid wie deze Noeb-chaës en haar koninklijke gemaal was. Deze vier monumenten zijn allen in de 13e dynastie te situeren en wel in de tweede helft, toen de eenheid van het land geleidelijk verbrokkelde en een concurrerende 14e dynastie macht uitoefende; uiteindelijk zou het tot de overheersing door de Hyksos komen die zich in de oostelijke delta gevestigd hadden. Uit deze monumenten die Sobek-em-saf noemen, kunnen we een kleine familiegeschiedenis afleiden. De zuster van de Chef van de schuren, Noeb-chaës werd de hoofdgemalin van een koning (of kon de echtgenoot van Noeb-chaës koning worden?). De in het noorden regerende koning zette vervolgens zijn zwager in een sleutelpositie om het zuiden onder controle te houden door hem gouverneur van Thebe te maken (dit betekent de titel "spreker"). Dit verklaart hoe Sobek-em-saf in staat was een beeld van koninklijk formaat te laten maken. <BR>Het beeld stamt uit de verzameling Miramar. De kop behoort volgens zijn nummer tot het in 1855 verworven deel (in hoofdzaak het "geschenk van de vicekoning") terwijl het lichaam verworven werd in 1865 door Reinisch. Het samenkomen is echter geen toeval. Er zijn aanwijzingen die aantonen dat beide delen van de verzameling in Miramar niet altijd keurig gescheiden waren.

Tomb statues and votive statues of non-royal persons from the Middle Kingdom share a common realistic treatment of the face which is also known from royal sculpture (cf. the head of Senwosret III, inv. no. 5813). The differences with the latter lie in the lack of expression of energy and power in the private statuary and their smaller size. The imposing statue of the "speaker of Thebes" Sebek-em-sauf does not conform to these general restrictions. The piece is just under life-size and shows a man of noticeable corpulence and apparent esteem. The head is held up high and his arms hang down close to his body, showing him standing before his god. His wrap-around garment, which is tied together at the chest, is characteristic of his high official ranking. The head is bald with the features rendered in a realistic manner except for a few details such as the eyebrows which are more schematic. The statue has been assembled from three fragments of which only the head and the torso are original. The pedestal with the feet forms part of the collection of the National Museum of the Republic of Ireland and is currently in Vienna on loan. The front of the garment carries two columns of inscription with the title, name and origin of the man: "The speaker Sebek-em-sauf true of voice, born of Dat-nofret true of voice". The base and the back pillar carry the offering formula which should ensure a division of offerings from the gifts brought to the gods for "the Speaker of Thebes, Sebek-em-sauf, raised by the Magnate of the Tens of Upper Egypt, Dedu-sobek Bebi".These indications allow us to identify this person with some other men of the same name. A stela in Cairo names a man "...-em-sauf", and a small scribe statue in Berlin names a Sebek-em-sauf, even though this man only bears the title of "overseer of storerooms". A tomb stela in the Louvre mentions a man with the same title who is said to be the brother of the "great royal wife Nub-kha'es". It is not clear who this Nub-kha'es was nor who her royal husband was. All four monuments are to be dated to the 13th Dynasty, the second half, when the country's unity was dissolving and a competing 14th Dynasty was exerting power. The Dynasty would end with the rule of the Hyksos who had settled in the eastern Delta.<BR>From the monuments which name Sebek-em-sauf, we can glean some of his family history. The sister of the overseer of the storeroom, Nub-kha'es, succeeded in becoming a first royal wife. (Or should we say that the husband of Nub-kha'es succeeded in acquiring royal status?). The Pharaoh, who resided in the north, then appointed his brother-in-law to a key position in the administration of the south by making him the governor of Thebes. The title "Speaker" refers to this position. His royal connections explain why Sebek-em-sauf could commission a statue of himself of truly royal dimensions.<BR>The statue originates from the Miramar collection. According to its number, the head formed part of the collection acquired in 1855, which was chiefly donated by the viceroy. The body was acquired for the museum in 1865 by Reinisch. We should not be too astonished by this striking coincidence, however, because it has turned out that the two collections in Miramar were not always kept strictly apart.

Les portraits funéraires et votifs de personnages non royaux du Moyen Empire sont caractérisés par le réalisme dans la reproduction des traits du visage tels que nous les connaissons aussi pour les statues royales (voir tête de Sésostris III fig. ? (n° inv. 5813), mais ils manquent d'énergie et de puissance. Quant au format ils sont plus discrets. La statue du "héraut de Thèbes Sobek-em-saf constitue néanmoins une exception. Cette statue un peu moins grande que nature nous montre un homme corpulent à la tête honnête, les bras le long du corps, qui se trouve devant son dieu. Le tablier noué sous la poitrine, est le vêtement typique des hauts fonctionnaires. La tête est chauve et les traits du visage suivent le réalisme du Moyen Empire où les détails tels que les paupières sont rendues schématiquement. De nos jours, la statue est brisée en trois morceaux dont deux seulement sont originaux: la tête et le buste. Le socle avec les pieds sont prêtés par le Musée National d'Irlande. Les deux colonnes de textes sur le tablier nous donnent les titres et le nom de l'homme: "le héraut Sobek-em-saf, né de Datnofret ". Sur la base et le pilier dorsal se trouve une formule d'offrande par laquelle la statue se voit assurée une partie des offrandes aux dieux, 'pour le héraut de Thèbes, Sobek-em-saf, fait par les grands des dix du sud Dedou-sobek Bebi'. Cette information permet d'identifier l'homme sur d'autres monuments: un homme sur une stèle du Caire dont le nom est lu ... -em-saf, mais aussi le Sobek-em-saf qui apparaît à Berlin sur une plus petite statue de scribe, cependant tous deux portent le titre plus discret de "chef des greniers". Il n'y a d'ailleurs qu'un seul homme ayant les mêmes titres; il est appelé "mon frère" par "la grande épouse royale Noub-khaës" sur une stèle funéraire du Louvre. On ne sait toutefois pas avec certitude qui étaient cette épouse royale Noub-khaës et son mari. Ces quatre monuments doivent tous être situés dans la XIIIème Dynastie et probablement dans la deuxième moitié de celle-ci quand l'unité du pays se perdit et qu'advint la concurrence de la XIVème Dynastie. Après cela vint la domination des Hyksôs qui se fixèrent dans le delta de l'est. Grâce à ces monuments mentionnant Sobek-em-saf, nous est connue une petite histoire de famille. La soeur du chef des greniers, Noub-khaës devint l'épouse principale d'un roi (ou est-ce que le mari de Noub-khaës devint roi?). Le roi régnant au nord mit alors son beau-frère dans une position-clé afin de tenir le sud sous contrôle en le nommant gouverneur de Thèbes (ce que signifie le titre "héraut"). Ceci explique pourquoi Sobek-em-saf put faire faire une statue de format royal. La statue vient de la collection Miramar. La tête appartient selon son numéro à la partie acquise en 1855 (principalement le "cadeau du vice-roi" ) alors que le corps fut acquis en 1865 par Reinisch. L'assemblage n'est cependant pas une coïncidence. Il y a des indications d'après lesquelles les deux parties de la collection n'auraient pas toujours été tenues correctement séparées.

Die Grab- und Votivstatuen nichtköniglicher Personen des Mittleren Reichs zeichnen sich durch einen ähnlichen Realismus in der Wiedergabe der Gesichter aus, wie wir ihn von der königlichen Skulptur kennen (siehe den Kopf Sesostris' III., Inv.-Nr. 5813). Doch fehlt ihnen jener Ausdruck von Energie und Macht; auch halten sie sich im Format in bescheidenen Grenzen. Aus diesem Rahmen fällt das imposante Standbild des "Sprechers von Theben" Sebek-em-saf. Das nur wenig unterlebensgroße Werk zeigt einen Mann von beachtlicher Körperfülle und betonter Würde, der aufrechten Hauptes, die Arme eng an die Seiten gedrückt, vor seinem Gott steht. Der knapp unter der Brust geknotete lange Schurz ist eine charakteristische Tracht hoher Beamter. Der Kopf ist kahl. Die Züge zeigen den Realismus des Mittleren Reiches, wobei einige Details wie die Augenbrauen schematisch wiedergegeben sind. Die Statue ist übrigens heute aus drei Fragmenten zusammengesetzt, von denen nur zwei original sind: Kopf und Rumpf. Die Basis mit den Füßen, die im Besitz des Nationalmuseums von Irland ist, ist derzeit als Leihgabe in Wien.
Vorn auf dem Schurz finden wir in zwei Inschriftkolumnen Titel, Namen und Herkunft des Mannes: Der "Sprecher Sebek-em-saf, den Dat-nofret geboren hat". Die Basis und der Rückenpfeiler enthalten das Opfergebet, das die Beteilung der Statue mit den den Göttern dargebrachten Gaben sichern soll, für den "Sprecher von Theben, Sebek-em-saf, den der Große der südlichen Zehnerkollegien, Dedu-Sobek Bebi, gezeugt hat". Diese Angaben erlauben es, den Dargestellten mit anderen Männern dieses Namens zu identifizieren: nebst einem ...-em-saf auf einer Stele in Kairo sind es einerseits der Sebek-em-saf, der in einer viel kleineren Berliner Schreiberstatue bezeugt ist, allerdings nur den bescheideneren Titel "Speichervorsteher" trägt; andererseits ein Mann desselben Titels, den die "große königliche Gemahlin Nub-cha'es" auf ihrer im Louvre aufbewahrten Grabstele als ihren Bruder nennt. Wir wissen nicht mit Sicherheit, wer diese Nub-cha'es und ihr königlicher Gemahl waren. Die vier Denkmäler sind in die 13. Dynastie zu datieren, und zwar in ihre zweite Hälfte - eine Zeit, in der die Einheit des Landes dabei war, verlorenzugehen, und eine konkurrierende 14. Dynastie auftrat; schließlich sollte es zur Herrschaft der Hyksos kommen, die sich im Ostdelta festgesetzt hatten. 
In den Denkmälern, die Sebek-em-saf nennen, wird ein kleines Stück Familiengeschichte für uns erahnbar. Der Schwester des Speichervorstehers, Nub-cha'es, gelingt es, Hauptgemahlin des Königs zu werden. (Oder gelingt es dem Gatten der Nub-cha'es, die königliche Würde zu erreichen?) Der im Norden residierende Pharao setzt in der Folge seinen Schwager in eine Schlüsselposition der Verwaltung des Südens, indem er ihn zum Gouverneur von Theben macht (denn etwa das bedeutet "Sprecher" in diesem Fall). So ist es auch erklärlich, daß Sebek-em-saf in der Lage war, sich in einer Statue von wahrhaft königlichem Format zu verewigen.
Die Statue stammt aus der Sammlung Miramar. Der Kopf gehört seiner Nummer nach zu dem 1855 erworbenen Teil (das ist in der Hauptsache das "Geschenk des Vizekönigs"), der Leib hingegen zu den Erwerbungen von 1865 durch Reinisch. Doch muß man nicht unbedingt an ein wundersames Wirken des Zufalls glauben: es gibt Anzeichen dafür, daß die beiden Sammlungsteile in Miramar nicht immer säuberlich getrennt blieben.

Le statue funerarie e votive di personaggi non regali del Medio Regno si distinguono per un realismo nei lineamenti del volto simile a quello dei ritratti regali (cfr. la testa di Sesostri III, fig. ? [Inv.-N. 5813]), ma, a differenza di quest'ultimi, mancano di energia e potenza, oltre ad essere di dimensioni più modeste. Tali osservazione valgono anche per l'imponente figura stante dell' "araldo di Tebe" Sebek-em-sauf. Quest'opera, di dimensioni leggermente minori di quelle naturali, mostra un uomo corpulento e dall'aspetto dignitoso che, a testa alta, con le braccia lungo il corpo, è in piedi dinanzi al suo dio. La lunga veste annodata sotto al petto è l'abito caratteristico degli alti dignitari. La testa è calva. I lineamenti mostrano il realismo del Medio Regno, mentre alcuni dettagli, come le sopracciglia, sono riportati schematicamente. La statua è attualmente composta da tre frammenti, dei quali solo due sono originali, cioè la testa e il busto. La base con i piedi, che appartiene al museo nazionale d'Irlanda, è attualmente in prestito a Vienna. Sul davanti della gonna troviamo inscritto in due colonne i titoli, il <!---->nome e la provenienza dell'uomo: l' "araldo Sebek-em-sauf, nato da Dat-nofret". La base e il pilastro dorsale contengono la formula d'offerta che deve assicurare la partecipazione della statua ai doni per gli dei, per l' "araldo di Tebe, Sebek-em-sauf, che il grande del collegio meridionale dei Dieci, Dedu-sobek Bebi, ha generato". Questa indicazione permette di identificare il personaggio rappresentato anche su altre statue: oltre a un ...-em-sauf su una stele del Cairo, si conosce un Sebek-em-sauf da una statua molto più piccola di uno scriba a Berlino; tuttavia ambedue portano il titolo più modesto di "capo di magazzino". E' noto solo un uomo con lo stesso titolo, il fratello della "grande sposa regale Nub-kha'es", nominato sulla stele funeraria di quest'ultima conservata al Louvre. Non sappiamo con sicurezza chi erano questa Nub-kha'es e il suo regale consorte. I quattro monumenti dovrebbero risalire alla seconda metà della XIII dinastia, un periodo in cui si perdette l'unità del paese e nacque in concorrenza la XIV dinastia. A ciò seguì il dominio degli Hyksos, che si erano stabiliti nel Delta orientale. <BR>Grazie ai monumenti che menzionano Sebek-em-sauf, veniamo a conoscenza di una piccola storia familiare. La sorella del capo di magazzino, Nub-kha'es, divenne la sposa del re. (O il marito di Nub-kha'es divenne re?). Il faraone che risiede a Nord assegna a suo cognato una posizione chiave nell'amministrazione del Sud, proclamandolo governatore di Tebe (ciò che in questo caso significa più o meno "araldo"). Questo spiega perché Sebek-em-sauf fu in grado di immortalarsi in una statua di dimensioni regali. <BR>La statua appartiene alla Collezione Miramar. La testa appartiene, secondo il suo numero di inventario, alla parte acquistata nel 1855 (principalmente costituita dal "regalo del vicerè"), mentre il corpo fu acquistato nel 1865 da Reinisch. L'assemblaggio non è tuttavia frutto di coincidenza. Vi sono delle indicazioni secondo le quali le due parti della collezione Miramar non restarono sempre correttamente separate.

Los retratos funerarios y votivos de personajes del Imperio Medio no pertenecientes a la realeza, se caracterizan por el realismo con el que se reproducen los rasgos del rostro, como sabemos que sucede con los de las estatuas reales (ver la cabeza de Sesostris III fig. ? (nº inv. 5813)), aunque carecen de energía y fuerza. En cuanto al formato, son más discretas. Sin embargo, la estatua del "heraldo de Tebas Sobek-em-saf" constituye una excepción. Esta estatua, algo menor que el tamaño natural, nos muestra a un hombre corpulento con una cabeza honesta y con los brazos a lo largo del cuerpo, que se encuentra delante de su dios. El mandil anudado bajo el pecho es el vestido típico de los altos funcionarios. La cabeza está calva y los rasgos del rostro siguen el realismo del Imperio Medio, en el que los detalles como las cejas se representan esquemáticamente. En la actualidad, la estatua está rota en tres pedazos, de los que sólo dos son originales: la cabeza y el busto. El pedestal con los pies es un préstamo del Museo Nacional de Irlanda. Las dos columnas de textos sobre el mandil nos proporcionan los títulos y el nombre del personaje: "el heraldo Sobek-em-saf, nacido de Datnofret". En la base y el pilar dorsal hay una fórmula de ofrendas según la cual la estatua ve asegurada una parte de las ofrendas de los dioses "para el heraldo de Tebas, Sobek-em-saf, hecha por los grandes de los diez del sur Dyedu-Sobek Bebi". Esta información permite identificar al personaje en otros monumentos: un hombre en una estela de El Cairo cuyo nombre se lee ...-em-saf, y también el Sobek-em-saf que aparece en Berlín en una estatua, más pequeña, de escriba; sin embargo, ambas llevan el título menos ostentoso de "jefe de los graneros". De hecho, no hay más que una sóla persona que tenga los mismo títulos; es llamado "mi hermano" por "la gran esposa real Nub-jaes" en una estela funeraria del Louvre. No obstante, no se sabe con seguridad quienes eran esa esposa real Nub-jaes y su esposo. Estos cuatro monumentos deben de situarse en la Dinastía XIII, probablemente en la segunda mitad de ésta, cuando la unidad del país se perdió y llegó el enfrentamiento con la XIV Dinastía. Tras esto vino la dominación de los Hicsos, que se instalaron en la parte este del Delta. Gracias a estos monumentos que mencionan a Sobek-em-saf conocemos una pequeña historia familiar: La hermana del jefe de los graneros, Nub-jaes, se convirtió en la esposa principal de un rey (¿o acaso lo que sucedió fue que el marido de este mujer se convirtió en rey?). El soberano que gobernaba en el norte puso entonces a su cuñado en una posición clave para mantener el sur controlado: le nombró gobernador de Tebas (que es lo que significa el título "heraldo"). Esto explica porqué Sobek-em-saf pudo ordenar hacerse una estatua de formato real. La estatua proviene de la colección Miramar. La cabeza pertenece, según su número, a la parte adquirida en 1855 (principalmente el "regalo del virrey"), mientras que el cuerpo fue adquirido en 1865 por Reinisch. La unión de ambas no es, sin embargo, una coincidencia. Hay indicios según los cuales las dos partes de la colección no siempre estuvieron separadas.

Tomb statues and votive statues of non-royal persons from the Middle Kingdom share a common realistic treatment of the face which is also known from royal sculpture (cf. the head of Senwosret III, inv. no. 5813). The differences with the latter lie in the lack of expression of energy and power in the private statuary and their smaller size. The imposing statue of the "speaker of Thebes" Sebek-em-sauf does not conform to these general restrictions. The piece is just under life-size and shows a man of noticeable corpulence and apparent esteem. The head is held up high and his arms hang down close to his body, showing him standing before his god. His wrap-around garment, which is tied together at the chest, is characteristic of his high official ranking. The head is bald with the features rendered in a realistic manner except for a few details such as the eyebrows which are more schematic. The statue has been assembled from three fragments of which only the head and the torso are original. The pedestal with the feet forms part of the collection of the National Museum of the Republic of Ireland and is currently in Vienna on loan. The front of the garment carries two columns of inscription with the title, name and origin of the man: "The speaker Sebek-em-sauf true of voice, born of Dat-nofret true of voice". The base and the back pillar carry the offering formula which should ensure a division of offerings from the gifts brought to the gods for "the Speaker of Thebes, Sebek-em-sauf, raised by the Magnate of the Tens of Upper Egypt, Dedu-sobek Bebi".These indications allow us to identify this person with some other men of the same name. A stela in Cairo names a man "...-em-sauf", and a small scribe statue in Berlin names a Sebek-em-sauf, even though this man only bears the title of "overseer of storerooms". A tomb stela in the Louvre mentions a man with the same title who is said to be the brother of the "great royal wife Nub-kha'es". It is not clear who this Nub-kha'es was nor who her royal husband was. All four monuments are to be dated to the 13th Dynasty, the second half, when the country's unity was dissolving and a competing 14th Dynasty was exerting power. The Dynasty would end with the rule of the Hyksos who had settled in the eastern Delta.<BR>From the monuments which name Sebek-em-sauf, we can glean some of his family history. The sister of the overseer of the storeroom, Nub-kha'es, succeeded in becoming a first royal wife. (Or should we say that the husband of Nub-kha'es succeeded in acquiring royal status?). The Pharaoh, who resided in the north, then appointed his brother-in-law to a key position in the administration of the south by making him the governor of Thebes. The title "Speaker" refers to this position. His royal connections explain why Sebek-em-sauf could commission a statue of himself of truly royal dimensions.<BR>The statue originates from the Miramar collection. According to its number, the head formed part of the collection acquired in 1855, which was chiefly donated by the viceroy. The body was acquired for the museum in 1865 by Reinisch. We should not be too astonished by this striking coincidence, however, because it has turned out that the two collections in Miramar were not always kept strictly apart.

Escrita
Língua
Categoria do texto
Conteúdo do texto
Técnica da escrita
Preservação do texto
Hieróglifos
Transliteração
Tradução O orador Sebekemsauf justificado, nascido de Datnefert justificada.<BR>Uma oferenda que o rei faz a Montu, senhor de Tebas, que reside em Ermant, para que ele conceda oferendas funerárias de pão e cerveja, carne de vaca e de aves, alabastro e linho, incenso e unguentos, oferendas e comida, justificação e força, ... e todas as coisas boas e puras, nas quais o deus vive, para o Ka do orador de Tebas, Sebekemsauf justificado, erguido pelo grande dos dez do Alto Egipto, Dedusobek Bebi justificado, senhor de veneração. De spreker Sobek-em-saf, gerechtvaardigd, geboren uit Dat-nofret, gerechtvaardigd. <BR>Een offer dat de koning schenkt aan Montoe, heer van Thebe, die in Hermonthis woont, zodat hij schenkt een dodenoffer van brood, bier, vlees, gevogelte, albast en linnen, wierook, zalfolie, offergaven en spijzen, verheerlijking en sterkte, .... en alle goede en reine dingen waarvan een god leeft voor de Ka van de spreker in Thebe Sobek-em-saf, gerechtvaardigd, gemaakt door de grote van de tien van het zuiden Dedoe-obek Bebi, gerechtvaardigd, heer van waardigheid. The speaker Sebek-em-sauf true of voice, born of Dat-nofret true of voice.<BR>An offering which the king gives to Montu, the Lord of Thebes, who resides in Hermonthis, so that he may give a funerary offering of bread and beer, meat and poultry, alabaster and linen, incense and unguent, offerings and food, justification and strength, ... and all good and pure things on which a god lives, to the Ka of the Speaker in Thebes, Sebek-em-sauf true of voice, raised by the Magnate of the Tens of Upper Egypt, Dedu-sobek Bebi true of voice, the lord of veneration. Le héraut Sobek-em-saf, justifié, né de Dat-nofret, justifiée. <BR>Une offrande que fait le roi à Montou, seigneur de Thèbes qui habite à Hermonthis, pour qu'il fasse une offrande funéraire de pain, bière, viande, volaille, albâtre et lin, encens, onguent, offrandes et nourriture, glorification et force,... et toutes choses bonnes et pures dont vit un dieu pour le Ka du héraut à Thèbes Sobek-em-saf, justifié, fait par les grands des dix du sud Dedou-Sobek Bebi, justifié, possesseur de dignité. Der Sprecher Sebek-em-saf, Wahr an Stimme, den Dat-nofret geboren hat, Wahr an Stimme. Das Opfer, das der König Month gegeben hat, dem Herrn von Theben, der in Harmonthis wohnt, damit er ein Totenopfer gebe an Brot und Bier, Fleisch und Geflügel, Alabaster und Leinen, Weihrauch und Salböl, Opfergaben und Nahrung, Verklärtsein und Stärke, ... und alle guten und reinen Dinge, von den ein Gott lebt, dem Ka des Sprechers in Theben Sebek-em-saf, Wahr an Stimme, den der Große der Zehn von Ober-Ägypten Dedu-Sobek Bebi, Wahr an Stimme, der Herr von Würdigkeit gezeugt hat. L'araldo Sebek-em-saf, giusto di voce, nato da Dat-nofret, giusta di voce.<BR>Un'offerta che il re fa a Montu, il signore di Tebe, che vive in Harmonthis, affinchè egli dia un'offerta di pane e birra, carne e volatili, alabastro e lino, incenso e unguenti, offerte e alimenti, glorificazione e forza, ... e ogni cosa buona e pura, di cui un dio vive, per il Ka dell' araldo a Tebe Sebek-em-saf, giusto di voce, nato dal grande dei dieci dell'Alto Egitto Dedu-sobek Bebi, giusto di voce, possessore di dignità. El heraldo Sobek-em-saf, justo de voz, nacido de Dat-nofret, justa de voz.<BR>Una ofrenda que da el rey a Montu, señor de Tebas que vive en Hermontis, para que haga una ofrenda funeraria de pan, cerveza, carne, aves, alabastro y lino, incienso, ungüento, ofrendas y alimentos, glorificación y fuerza..., y todas las cosas buenas y puras de las que vive un dios para el Ka del heraldo en Tebas Sobek-em-saf, justo de voz, realizada por los grandes de los diez del sur Dyedu-Sobek- Bebi, justo de voz, poseedor de dignidad. The speaker Sebek-em-sauf true of voice, born of Dat-nofret true of voice.<BR>An offering which the king gives to Montu, the Lord of Thebes, who resides in Hermonthis, so that he may give a funerary offering of bread and beer, meat and poultry, alabaster and linen, incense and unguent, offerings and food, justification and strength, ... and all good and pure things on which a god lives, to the Ka of the Speaker in Thebes, Sebek-em-sauf true of voice, raised by the Magnate of the Tens of Upper Egypt, Dedu-sobek Bebi true of voice, the lord of veneration.

Imagems	Attachments