English
Français
Deutsch
Nederlands
Italiano
Espagnol
Portuguese
Arabic
English
|
Français
|
Deutsch
|
Nederlands
|
Italiano
|
Espagnol
|
Portuguese
|
Arabic
|
Alle
Afbeeldingen
Basisinfo
Eigenschappen
Datering
Acteurs
Tekstdata
Referentie
Huidige bewaarplaats
Internationaal inventarisnummer
Inventarisnummer
Benaming
Vertaling:
D
E
F
G
I
P
S
A
Categorie
Typologie
Beschrijving
Drie personages zitten op een bank, twee mannen en een vrouw. Hun houding is er één van ernst en contemplatie. Zij houden de linkerhand op de borst, de rechter, die een zakdoek vasthoudt, rust op de schoot. De blik van de vrouw Kafi is recht vooruit gericht, die van de man links, Sa-isis, is lichtjes naar buiten gericht. De man in het midden, Meri-ptah kijkt recht voor zich uit maar het hoofd en de blik zijn lichtjes naar boven gericht. Deze houding, die men steeds terugvindt in Egyptische beelden, wijst misschien op een bepaalde zijns- of gemoedstoestand. Indirect is Meri-ptah door zijn centrale positie als belangrijkste persoon aangeduid. Hij is degene in wiens naam het graf gemaakt werd. De lange gewaden, die het gehele lichaam bedekken, komen bij andere beelden uit deze periode niet voor, maar zijn typerend voor de periode van Amenhotep III (1403-1365), enkele generaties eerder. De mannen dragen lange pruiken die op de schouders vallen en een korte smalle baard, volgens de mode van het Nieuwe Rijk. De vrouw draagt een grote driedelige pruik.<BR>De titels van Meri-ptah getuigen dat hij een belangrijke functie had aan het hof. Hij was verantwoordelijk voor het aanvoeren van spijzen aan het koningshof. Sa-sis stond aan het hoofd van een koninklijk atelier van handwerkslieden en kunstenaars. Kafi, die volgens andere inscripties de moeder was van de twee heren, draagt de titel van "zangeres van Amon", een eretitel die typisch is voor hooggeplaatste dames. <BR>Het beeld is afkomstig uit een rotsgraf in Thebe West, of, meer specifiek, uit het heuvelachtig woestijngebied vóór het westelijk gebergte. Het toegankelijk gedeelte (dus afgezien van de sarcofaagkamer die dieper in de rots lag) van deze rotsgraven bestond meestal uit een open voorhof, een in de rots uitgegraven dwarszaal en een dieper in de rots doordringende lange ruimte. Aan het einde van deze ruimte of gang bevond zich een plaats voor de grafbeelden. <BR>In het Thebaanse graf nr. 387 dat sterk beschadigd is en niet vrij toegankelijk, vindt men de drie personen terug in de afbeeldingen en de teksten. De nis aan het westelijk uiteinde van de lange ruimte is groot genoeg om dit beeld te bevatten. Alhoewel het graf leeg was toen het ongeveer 50 jaar geleden geopend werd, is het bijna zeker dat het beeld van Wenen uit dit graf afkomstig is. Het kwam naar Wenen in 1854 als een geschenk van de Oostenrijkse consul Frans Chamion. <BR>Zoals gebruikelijk staan op de voorkant van de mantels inscripties waarin aan de goden offers gevraagd worden voor de persoon. Een bijkomende inscriptie staat op de bovenkant van de rugplaat en de rugplaat zelf die de drie personen verbindt. Enkel de twee meest linkse kolommen van de zes zijn gegraveerd. De anderen zijn met zwarte verf aangebracht. Aangezien het beeld met zijn rug tegen de rots stond kon niemand dit zien en het gebed zou zelfs als het maar in verf was aangebracht magisch werkzaam zijn. De tekst begint op de bovenkant van de rugplaat en loopt verder op de rugplaat zelf.
Vertaling:
D
E
F
G
I
P
S
A
Three people are sitting on a couch, two men and one woman. Their posture conveys an impression of devotion and contemplation. The left hands are placed on their chests, their right hands are resting in their laps and clasping small towels. The woman Kafi aims her gaze straight ahead, whereas the man on the left, Sa-isis [Siêse], seems to look away. The man in the middle, Meriptah, is looking straight ahead, but with his head and eyes slightly turned upwards. This is a recurring feature in Egyptian statuary which perhaps expresses a specific state of being or a state of mind. The central position of Meriptah indicates his primary ranking within this group, but we know this also in an indirect way, because it is his name which is inscribed in the tomb. Their long garments, which cover their entire bodies, are no longer encountered on other statues of this period, but they were depicted into the reign of Amenhotep III (1403-1365), several generations earlier. The men are wearing shoulder-length wigs and short small beards according to the fashion of the New Kingdom. The woman is wearing the enormous but beautiful wig which separates into three sections and has wavy tresses.<BR>His titles indicate that Meriptah held a highly honourable position at the court. He was responsible for the delivery of food to the royal court. Sa-isis was the head of a royal workshop of craftsmen and artisans. Kafi is known from other inscriptions as the mother of the two men. She was a songstress of Amun, an honorary function befitting her high status.<BR>The statue comes from one of the private tombs in western Thebes, no. 387, which lies in the hills at the foot of the western mountain range. This type of tomb has a public part separate from the deeper lying burial chamber. This public part generally consists of an open court, a rock-cut transverse hall and a long room cut deeper into the hill's interior. At the end of the long room or corridor is the place for the tomb statues. Tomb no. 387 is badly damaged and not open to the public, but all three of the people in this the statue are still to be found in its painted inscriptions and decorations. The niche at the western end of the long room is sufficiently large to accomodate the present statue group. When it was opened 50 years ago the tomb was found empty, but nevertheless it is likely that the statue originates from here. It came to Vienna in 1854, a gift from the Austrian consul Franz Champion.<BR>As is customary, bands of inscription are added to the front of the garments. In them, a god is invoked to bring the offerings depicted.<BR>Another inscription was added to the top and back of the slab behind the three figures. Only two of the six columns visible on the back have actually been carved. The others have been merely sketched in black ink. Because the sculpture was placed with its back to the wall, no one would have noticed this negligence, and the prayers would have been magically effective even if only written in ink. The inscription starts with the line written across the top and continues with the lines on the back.
Trois personnages sont assis sur un banc, deux hommes et une femme. Leur attitude est celle du sérieux et de la contemplation. La main gauche repose sur la poitrine, celle de droite, qui tient un mouchoir, repose sur le genou. La femme, Kafi, regarde droit devant elle, tandis que le regard de l'homme à gauche, Sa-isis, est légèrement tourné vers l'extérieur. L'homme du milieu, Meri-ptah, regarde droit devant lui mais la tête et le regard sont un peu tournés vers le haut. Cette attitude qu'on retrouve dans plusieurs des statues égyptiennes marque peut-être un certain état d'esprit. Par sa position centrale, Meri-ptah est indirectement désigné comme étant la personne la plus importante. Il est aussi celui pour qui la tombe a été construite. La tenue vestimentaire des personnages ne se retrouve plus parmi leurs contemporains mais elle est typique de la période d'Amenhotep III (1403-1365), donc quelques générations avant. Les hommes portent de longues perruques qui tombent sur les épaules et une courte barbe étroite, qui appartiennent à la mode du Nouvel Empire. La femme porte la perruque tripartite. <BR>Les titres de Meri-ptah démontrent qu'il avait une fonction importante à la cour. Il était responsable de l'apport de la nourriture à la cour royale. Sa-isis était à la tête de l'atelier royal des ouvriers et artistes. Kafi, qui selon d'autres inscriptions était la mère des deux hommes, porte le titre de chanteuse d'Amon, typique des dames de haut rang. <BR>La statue est originaire d'une tombe rupestre à l'ouest de Thèbes et plus spécifiquement de la région désertique devant les montagnes de l'ouest. La partie accessible (à part la chambre du sarcophage qui se trouvait plus bas dans le rocher) de ces tombes rupestres se composait généralement d'une avant-cour ouverte, d'une salle transversale et d'un long corridor qui pénètre dans le rocher . Au bout de ce couloir se trouvait un endroit pour les statues funéraires. <BR>Dans la tombe thébaine n° 387 qui est fort abîmée et peu accessible, on retrouve les trois personnages dans les représentations et les textes. La niche à l'extrémité ouest du corridor est assez grande pour pouvoir contenir la statue. Bien que vide lorsqu'elle fut découverte, il y a à peu près 50 ans, il est pour ainsi dire certain que la statue de Vienne provient de cette tombe. Elle arriva à Vienne en 1854 offerte en cadeau par le consul autrichien Frans Chamion. <BR>Comme il est d'usage, sur la face avant des manteaux, il y a des inscriptions par lesquelles des offrandes sont demandées aux dieux pour les personnages. Une inscription supplémentaire se lit sur la partie supérieure de la plaque dorsale et sur la plaque même qui relie les trois personnes. Seules les deux colonnes de gauche sur les six sont gravées. Les autres sont peintes en noir. Comme la statue se trouvait le dos au rocher cela ne se voyait pas et de toute façon la prière est valable même peinte. Le texte débute sur le côté supérieur de la plaque dorsale et continue sur la plaque même.
Drei Personen sitzen auf einer Bank, zwei Männer und eine Frau. In ihrer Haltung vermitteln sie den Eindruck von Ergebenheit und Kontemplation. Die Linke ist auf die Brust gelegt, die Rechte, die um ein Schweißtüchlein geballt ist, ruht auf dem Schoß. Der Blick der Frau Kafi geht geradeaus, der des Mannes links, Sa-Aset [Siêse], leicht nach außen; der Mann in der Mitte, Meri-Ptah, blickt nach vorne, aber er hat den Kopf und die Augen unmerklich erhoben: eine Haltung, die an ägyptischen Statuen immer wieder als Besonderheit zu beobachten ist, und die vielleicht einen bestimmten Daseins- oder Seelenzustand bezeichnet. Indirekt ist Meri-Ptah - ebenso wie durch die mittlere Position - als die Hauptperson der Gruppe charakterisiert, er ist derjenige, in dessen Namen das Grab errichtet wurde. Die langen, alles einhüllenden Gewänder sind bei zeitgenössischen Statuen ansonsten nicht mehr belegbar, sie sind nur bis in die Zeit Amenophis' III. (1403-1365) anzutreffen, also mehrere Generationen früher. Die Männer tragen schulterlange Perücken und den kurzen, schmalen Kinnbart, der der Männermode des Neuen Reiches angehört. Die Frau trägt die überaus kleidsame große Haartracht, die "dreigeteilte Strähnenperücke". Aus den Titeln erfahren wir, daß Meri-Ptah ein sehr ehrenhaftes Hofamt innehatte: er war für die Versorgung des Königshofes mit Speisen verantwortlich. Sa-Aset war der Chef einer handwerklichen und künstlerischen königlichen Werkstätte. Kafi - nach anderen Inschriften können wir annehmen, daß sie die Mutter der beiden Männer war - hatte als Sängerin des Amun das adäquate Ehrenamt hochgestellter Damen. Die Statuengruppe stammt aus einem der Felsengräber von Theben-West, genauer von dem hügeligen Wüstenareal, das dem Westgebirge vorgelagert ist. Diese Felsengräber bestehen in ihrem zugänglichen Teil (also abgesehen von der tiefer gelegenen Sargkammer) in der Regel aus einem offenen Vorhof, einer in den Berghang hineingehauenen Querhalle und einem ins Berginnere gerichteten Längsraum. Am Ende dieses Ganges ist die Stelle für die Grabstatuen. Im thebanischen Grab Nr. 387 - es ist stark zerstört und daher nicht öffentlich zugänglich - finden sich alle drei in der Statuengruppe dargestellten Personen in den Inschriften und Malereien. Die Nische am West-Ende des Längsraumes ist groß genug, um die Statuengruppe aufzunehmen. Obgleich der Raum leer vorgefunden wurde, als das Grab vor etwa fünfzig Jahren geöffnet wurde, ist anzunehmen, daß die Wiener Gruppe von da stammt. Nach Wien kam sie bereits 1854 als Geschenk des österreichischen Konsuls Franz Champion. Wie vielfach üblich, finden sich vorne an den Gewändern senkrechte Inschriftbänder, in denen eine Gottheit angerufen wird, dem Dargestellten Opfergaben zukommen zu lassen. Eine weitere Inschrift findet sich auf der Oberkante und der Fläche der Rückenplatte, die die drei Figuren verbindet. Dabei sind von den sechs erhaltenen Kolumnen auf der Rückenplatte nur die beiden linken eingraviert, die übrigen Kolumnen und alle Begrenzungslinien bloß in schwarzer Tinte (also in Vorzeichnung) ausgeführt. Da die Skulptur mit dem Rücken zur Felswand gestellt wurde, sollte kein Mensch je diesen Mangel sehen; und ihre Wirkung hatten die Gebetsworte wohl auch dann, wenn sie nur in Tinte geschrieben waren. Die Inschrift beginnt mit der Zeile, die auf die Oberkante graviert ist, und setzt sich dann in den einzelnen Kolumnen der Rückseite fort.
Tre persone siedono su una panca, due uomini e una donna. Nel loro portamento danno un'impressione di rassegnazione e contemplazione. La mano sinistra è stesa sul petto, la destra, che impugna un fazzoletto di lino, poggia sul grembo. La donna Kafi guarda diritto dinanzi a sé, l'uomo a sinistra, Sa-isis [Siêse], guarda all'esterno. L'uomo al centro, Meri-ptah, guarda in avanti, ma ha la testa e gli occhi leggermente sollevati, atteggiamento che, nelle statue egizie, va sempre particolarmente notato come indice di un particolare stato d'animo. Per la sua posizione centrale, Meri-ptah è caratterizzato indirettamente come personaggio più importante del gruppo; in suo <!---->nome venne edificata la tomba. Le lunghe vesti che li avvolgono completamente non sono quelle tipiche dell'epoca, ma risalgono all'epoca di Amenofi III, di qualche generazione precedente. Gli uomini portano parrucche lunghe fino alle spalle e il corto e stretto pizzetto, tipico della moda maschile del Nuovo Regno. La donna porta l'ampia parrucca a matassa tripartita. Dai titoli apprendiamo che Meri-ptah rivestiva un ruolo importante a corte. Egli era responsabile dell'approvvigionamento alimentare della corte reale. Sa-isis era il capo di un'officina artigianale e artistica del re. Kafi - la madre dei due uomini, come è possibile presumere da altre iscrizioni - era cantatrice di Amon, carica onorifica propria delle dame di alto rango.<BR>Il gruppo statuario proviene da una delle tombe rupestri di Tebe Ovest, più esattamente dall'area desertica sulle montagne occidentali. Queste tombe rupestri consistono normalmente nella loro parte accessibile (cioè a prescindere dalla camera del sarcofago che si trovava più in profondità) di un cortile anteriore aperto, una stanza trasversale ricavata nel versante della montagna e un ambiente lungo orientato verso l'interno della montagna. Alla fine di questo passaggio si trovava il luogo per le statue funerarie. Nella tomba tebana n. 387 - che è molto danneggiata e perciò non accessibile al pubblico - si trovano, nelle iscrizioni e nelle raffigurazioni, tutti e tre i personaggi rappresentati nel gruppo statuario. La nicchia all'estremità occidentale del corridoio è abbastanza ampia da aver potuto accogliere il gruppo statuario. Sebbene lo spazio sia stato ritrovato vuoto fin da quando la tomba fu scoperta, circa cinquant'anni fa, bisogna supporre che il gruppo di Vienna provenga di lì. A Vienna esso arrivò già nel 1854 come dono del console austriaco Franz Champion.<BR>Come di consueto, sulla parte anteriore delle vesti vi sono delle righe verticali di testo, nelle quali vengono invocate delle divinità, affinchè concedano delle offerte. <BR>Un'ulteriore iscrizione si trova sulla parte superiore dello schienale e sulla placca dorsale che congiunge le tre figure. Solo due delle sei colonne conservatisi sullo schienale sono incise, mentre le altre e tutte le linee dei bordi sono dipinte in nero. Poiché la scultura era posta con le spalle verso la parete rocciosa, nessuno poteva notare tale imperfezione; e le preghiere avevano lo stesso effetto anche quando erano solamente dipinte. Il testo inizia con la riga che è incisa sullo spigolo superiore della placca, e continua poi nelle singole colonne della stessa placca.
Três pessoas, dois homens e uma mulher, encontram-se sentadas num cadeirão. A sua postura sugere uma imagem de devoção e contemplação. As mãos esquerdas estão colocadas sobre o peito, as maãos direitas repousam sobre o colo e seguram pequenos panos. A senhora Kafi olha em frente, enquanto o homem sentado à esquerda, Saisis, parece ohar o infinito. O homem sentado ao centro, Meriptah, olha em frente, mas a sua cabeça e os seus olhos estão levemente virados para cima. Esta é uma característica comum na estatuária egípcia que exprime talvez um estado de espírito ou modo de ser. O posicionamento central de Meriptah indica o seu elevado estatuto social em relação ao grupo, mas também sabemos isto indirectamente porque é o seu <!---->nome que está inscrito no túmulo. As longas vestes, que cobrem a totalidade dos corpos, já não se encontram em outras estátuas deste período, mas eram representadas até ao reinado de Amen-hotep III (1403-1365), várias gerações antes. Os homens usam cabeleireiras até aos ombros e barbichas curtas, de acordo com a moda do Império Novo. A mulher usa uma cabeleira enorme mas bonita que se divide em três partes com três tranças onduladas. Os seus títulos indicam que Meriptah detinha uma posição elevada na corte. Era responsável pela entrega da comida na corte real. Saísis era o responsável pela oficina real dos artesãos. Kafi é conhecida através de outras inscrições como sendo a mãe destes dois homens. Era cantora de Amon, um cargo honorário de acordo com o seu estatuto elevado. <BR>A estátua provém de um dos túmulos privados de Tebas, nº 387, que fica nas colinas no sopé das montanhas. Este tipo de túmulo tem uma parte pública separada da profunda câmara funerária. Esta parte pública separada geralmente consiste num pátio aberto, um átrio transversal cavado na pedra e uma longa sala escavada bem fundo no interior da colina. No fim do longo corredor ou sala encontram-se as estátuas funerárias. O túmulo nº 387 está bastante danificado e não está aberto ao público, mas estas três personagens ainda se podem ver nas pinturas murais e inscrições. O nicho no lado ocidental do longo corredor é suficientemente grande para acomodar a presente estátua de grupo. Quando foi aberto há 50 anos atrás, o túmulo encontrava-se vazio, mas é provável que a estátua seja originária daqui. Veio para Viena em 1854 como presente do cônsul austríaco Franz Champion. <BR>Como de costume, foram adicionadas textos inscritos na parte da frente do vestuário. Neles, invoca-se um deus para conceder as oferendas representadas. <BR>Outra inscrição foi adicionada no topo e atrás da laje que se encontra por detrás das três figuras. Apenas duas das seis colunas visíveis atrás foram realmente gravadas. As outras foram apenas desenhadas a tinta preta, talvez porque a estátua era colocada com as costas contra a parede, pelo que ninguém notaria esta negligência, <!---->além de que as preces seriam magicamente eficazes mesmo estando apenas escritas a tinta. O texto começa com uma linha na horizontal em cima e continua com mais linhas atrás.
Tres personajes se encuentran sentados sobre un banco, dos hombres y una mujer. Tienen una actitud seria y contemplativa. La mano izquierda reposa sobre el pecho, la derecha, que sujeta un pañuelo, descansa sobre la rodilla. La mujer, Kafi, mira hacia delante, mientras los ojos del hombre de la izquierda, Sa-Isis, se dirigen ligeramente hacia afuera. El hombre de en medio, Meri-Ptah, mira hacia delante, pero con la cabeza ligeramente alzada. Esta actitud, que se encuentra en otras estatuas egipcias, puede que indique un cierto estado de ánimo. La posición central de Meri-Ptah le señala indirectamente como el personaje más importante del grupo. Fue para él para quien se construyó la tumba. Las vestimentas de los personajes no son las que llevaban sus contemporáneos, sino que es típica del período de Amenofis III (1403-1365), entonces de algunas generaciones anteriores. Los hombres llevan largas pelucas que caen sobre los hombros y una corta y estrecha barba, típica de la moda del Reino Nuevo. La mujer lleva una peluca tripartita. Los títulos de Meri-Ptah demuestran que tenía una importante función en la Corte. Era el responsable del avituallamiento de la misma. Sa-Isis dirigía el taller real de obreros y artistas. Kafi, que según algunas otras inscripciones era la madre de los dos hombres, tiene el título de Cantora de Amón, típico de las damas de alto rango. La estatua proviene de una tumba rupestre al oeste de Tebas, más concretamente de la zona desértica que se extiende frente a las montañas occidentales. La parte accesible (sin contar la cámara del sarcófago, que se encontraba más abajo en las rocas) de estas tumbas rupestres se componía generalmente de un antepatio abierto, de una sala transversal y de un largo corredor que penetra en la roca. Al final del corredor había un lugar para las estatuas funerarias.<BR>En la tumba tebana nº 387, que se encuentra muy estropeada y es poco accesible, encontramos a nuestros tres personajes en la decoración y los textos. El nicho del extremo oeste del corredor es lo bastante grande como para haber contenido la estatua. A pesar de que cuando se descubrió, hace cerca de 50 años, ya estaba vacío, se puede afirmar con alguna certeza que la estatua de Viena proviene de esta tumba. Llegó a la ciudad en 1854, como obsequio del cónsul austriaco Frans Chamion.<BR>Como es habitual, en la cara anterior de los mantos hay inscripciones en las que se piden a los dioses ofrendas para los personajes. En la parte superior de la cara dorsal y en la cara anterior de la placa que une a los tres personajes hay una inscripción suplementaria. De un total de seis columnas de texto, sólo las dos de la izquierda tienen los jeroglíficos grabados; las otras cuatro están escritas con pintura negra. Como la estatua se encontraba de espaldas a la roca tal circunstancia no se apreciaba; claro que no tenía importancia, pues la oración tenía validez aunque estuviera pintada. El texto comienza en el lado superior de la placa dorsal y continúa en la cara anterior de la placa.
Three people are sitting on a couch, two men and one woman. Their posture conveys an impression of devotion and contemplation. The left hands are placed on their chests, their right hands are resting in their laps and clasping small towels. The woman Kafi aims her gaze straight ahead, whereas the man on the left, Sa-isis [Siêse], seems to look away. The man in the middle, Meriptah, is looking straight ahead, but with his head and eyes slightly turned upwards. This is a recurring feature in Egyptian statuary which perhaps expresses a specific state of being or a state of mind. The central position of Meriptah indicates his primary ranking within this group, but we know this also in an indirect way, because it is his name which is inscribed in the tomb. Their long garments, which cover their entire bodies, are no longer encountered on other statues of this period, but they were depicted into the reign of Amenhotep III (1403-1365), several generations earlier. The men are wearing shoulder-length wigs and short small beards according to the fashion of the New Kingdom. The woman is wearing the enormous but beautiful wig which separates into three sections and has wavy tresses.<BR>His titles indicate that Meriptah held a highly honourable position at the court. He was responsible for the delivery of food to the royal court. Sa-isis was the head of a royal workshop of craftsmen and artisans. Kafi is known from other inscriptions as the mother of the two men. She was a songstress of Amun, an honorary function befitting her high status.<BR>The statue comes from one of the private tombs in western Thebes, no. 387, which lies in the hills at the foot of the western mountain range. This type of tomb has a public part separate from the deeper lying burial chamber. This public part generally consists of an open court, a rock-cut transverse hall and a long room cut deeper into the hill's interior. At the end of the long room or corridor is the place for the tomb statues. Tomb no. 387 is badly damaged and not open to the public, but all three of the people in this the statue are still to be found in its painted inscriptions and decorations. The niche at the western end of the long room is sufficiently large to accomodate the present statue group. When it was opened 50 years ago the tomb was found empty, but nevertheless it is likely that the statue originates from here. It came to Vienna in 1854, a gift from the Austrian consul Franz Champion.<BR>As is customary, bands of inscription are added to the front of the garments. In them, a god is invoked to bring the offerings depicted.<BR>Another inscription was added to the top and back of the slab behind the three figures. Only two of the six columns visible on the back have actually been carved. The others have been merely sketched in black ink. Because the sculpture was placed with its back to the wall, no one would have noticed this negligence, and the prayers would have been magically effective even if only written in ink. The inscription starts with the line written across the top and continues with the lines on the back.
Vindplaats
Plaats van herkomst
Materiaal
Techniek
Staat van bewaring
Kleuren
Hoogte
(cm)
Breedte
(cm)
Lengte
(cm)
Diepte
(cm)
Diameter
(cm)
Gewicht
(grs)
Datering
Datering (vrije tekst)
Dateringscriterium
Goden
Koningen
Personen
Mrj-ptH
Kfj
%A-Ast
Schrift
Taal
Tekstgenre
Tekstinhoud
Schrijftechniek
Conservering van de tekst
Hierogliefen
Transliteratie
Vertaling
Alles wat aan de heren van Thebe geofferd wordt, alle goede en reine dingen, moge ze toegedeeld worden aan de Ka van de Osiris, de koninklijke schrijver van de spijstafel van de heer der beide landen, Meri-ptah, waar van stem, in vrede, de heer van waardigheid. <BR>Alles wat op de tafel van de heren van eeuwigheid geofferd wordt, brood, bier, vlees en gevogelte, moge ze toegedeeld worden aan de Ka van de Osiris, de chef van de handwerkers van de heer der beide landen, Sa-isis, waar van stem. <BR>Alles wat op de tafel van de heren van de onderwereld geofferd wordt, brood, bier, vlees en gevogelte, moge ze toegedeeld worden aan de Ka van de Osiris, de zangeres van Amon, Kafi, waar van stem. <BR>Een offer dat de koning geeft aan Amon-Re (de rijksgod), de heer van de tronen van beide landen, aan Atoem ..., opdat zij (allerlei offers) geven aan de Ka van de Osiris, de koninklijke schrijver van de spijstafel van de heer der beide landen, Meri-ptah.<BR>Een offer dat de koning geeft aan (de dodengod) Osiris-chentiamenti, ..., de grote god, heer van Rosetaoe opdat hij het binnen en buiten gaan uit de necropool toelaat ... voor de Ka van de zangeres van Amon, Kafi, waar van stem. <BR>Een offer dat de koning geeft aan (de zonnegod) Horachte, de grote god, de heer van beide landen, de (god) van Heliopolis ..., die de goden aanbidden wanneer hij verschijnt, opdat hij het zien van de zonneschijf toelaat ... elke dag voor de Ka van de chef van de handwerkers van de heer der beide landen, Sa-isis, waar van stem.
Vertaling:
D
E
F
G
I
P
S
A
Everything which is offered to the Lords of Thebes, all things good and pure, may they revert to the Ka of the Osiris, the Royal Scribe of the Table of the Lord of the Two Lands (the Pharaoh), Meriptah, true of voice, (in front of the court of the dead), in peace, the lord of veneration.<BR>Everything which is offered on the table of the lords of eternity, bread, beer, beef, and poultry, may they revert to the Ka of the Osiris, the head of the craftsmen of the Lord of the Two Lands, Sa-isis true of voice.<BR>Everything which is offered on the altar of the Lords of the Netherworld, bread, beer, beef, and poultry, may they revert to the Ka of the Osiris, the Songstress of Amun, Kafi true of voice.<BR>An offering which the king gives (to the state god) Amun, the Lord of the Thrones of the Two Lands, and Atum ..., so that they may promise (all kinds of offerings) to the Ka of the Osiris, the Royal Scribe of the Table of the Lord of the Two Lands, Meriptah.<BR>An offering which the king gives (to the god of the dead) Osiris-Khontamenti ..., the great god and Lord of Ra-setau, in order that he may allow the coming in and out of the necropolis ... to the Ka of the Songstress of Amun, Kafi true of voice.<BR>An offering which the king gives (to the sun god) Harakhty, the great god, the Lord of the Two Lands, the (god) of Heliopolis ..., whom the gods adore when he arises, so that he may allow the solar disk to be seen ... every (day?) to the Ka of the head of the craftsmen of the Lord of the Two Lands, Sa-isis true of voice.
Tout ce qui est offert aux seigneurs de Thèbes, toutes choses bonnes et pures, puissent-elles être données au Ka de l'Osiris, le scribe royal de la table d'offrandes du seigneur du double pays, Meri-ptah, juste de voix, en paix, le possesseur de dignité. <BR>Tout ce qui est sacrifié sur la table des dieux de l'éternité, pain, bière, viande et volaille, puissent-ils être répartis au Ka de l'Osiris, le chef des ouvriers du seigneur du double pays, Sa-isis, juste de voix. <BR>Tout ce qui est offert sur la table des seigneurs des ténèbres, pain, bière, viande et volaille, puisse le tout être réparti au Ka de l'Osiris, la chanteuse d'Amon, Kafi, juste de voix. <BR>Une offrande que fait le roi à Amon-Re (dieu dynastique), le seigneur des Trônes du Double Pays, à Atoum. . . . , afin qu'elles donnent(toutes sortes d'offrandes) au Ka de l'Osiris, le scribe royal de la table des offrandes du seigneur du double pays, Meri- ptah. <BR>Une offrande que le roi donne à Osiris-khentiamenti (le dieu des morts), ..., le dieu grand, maître de Rosetaou afin qu'il permette l'entrée et la sortie de la nécropole ... pour le Ka de la chanteuse d'Amon, Kafi, juste de voix. <BR>Une offrande que le roi donne à Horakhty (le dieu solaire), le grand dieu, le maître du double pays, le (dieu) d'Héliopolis ..., que les dieux adorent lorsqu'il paraît, afin qu'il permette de voir le disque solaire ... chaque jour pour le Ka du chef des ouvriers du seigneur du double pays, Sa-isis, juste de voix.
Alles, was vor den Herren von Theben geopfert wird, alle guten und reinen Dinge, mögen zuteil werden dem Ka des Osiris, des königlichen Schreibers des Speisetisches des Herrn der beiden Länder, Meri-Ptah, Wahr an Stimme (vor dem Totengericht), in Frieden, des Herrn von Würdigkeit. Alles, was auf dem Speisetisch der Herren der Ewigkeit geopfert wird, Brot, Bier, Rindfleisch und Geflügel, möge zuteil werden dem Ka des Osiris, des Vorstehers der Handwerkerschaft des Herrn der beiden Länder (= des Pharao), Sa-Aset, Wahr an Stimme. Alles, was auf dem Altar der Herren der Unterwelt geopfert wird, Brot, Bier, Rindfleisch und Geflügel, möge zuteil werden dem Ka des Osiris, der Sängerin des Amun, Kafi, Wahr an Stimme. Das Opfer, das der König (dem Reichsgott) Amun-Re gibt, dem Herrn der Throne der beiden Länder, und Atum ..., damit sie [allerlei Opfergaben] gewähren für den Ka des Osiris, des königlichen Schreibers des Speisetisches des Herrn der beiden Länder, Meri-Ptah. Das Opfer, das der König (dem Totengott) Osiris-Chentimentiu gibt ..., dem Großen Gott und Herrn von Rosetau, damit er das Ein- und Ausgehen in der Nekropole gewähre ... für den Ka der Sängerin des Amun, Kafi, Wahr an Stimme. Das Opfer, das der König (dem Sonnengott) Harachte gibt, dem Großen Gott, dem Herrn der beiden Länder, dem (Gott) von Heliopolis ..., den die Götter anbeten, sooft er erscheint, damit er das Sehen der Sonnenscheibe gewähre ... jeden (Tag?) für den Ka des Vorstehers der Handwerkerschaft des Herrn der beiden Länder Sa-Aset, Wahr an Stimme.
Tutto ciò che viene offerto ai sovrani di Tebe, tutte le cose buone e pure, possano toccare al Ka dell'Osiride, lo scriba reale della tavola d'offerte del signore delle Due Terre, Meri-ptah, giusto di voce (dinanzi al tribunale dei morti), in pace, possessore di dignità. <BR>Tutto ciò che viene offerto sulla tavola d'offerte ai sovrani di eternità, pane, birra, carne bovina e volatili, possa toccare al Ka dell'osiride, il sovrintendente degli artigiani del signore delle Due Terre (= il faraone), Sa-isis, giusto di voce. <BR>Tutto quello che viene offerto sull'altare dei sovrani dell'aldilà, pane, birra, carne bovina e volatili, possa toccare al Ka dell'Osiride, la cantatrice di Amon, Kafi, giusta di voce. <BR>L'offerta che il re offre a Amon-Ra (il dio dinastico), il sovrano del trono delle Due Terre, e ad Atum ..., perché essi concedano [ogni sorta di offerte] per il Ka dell'osiride, lo scriba reale della tavola d'offerte del sovrano delle Due Terre, Meri-ptah. <BR>L'offerta che il re offre a Osiride-Khentamenti (il dio dei morti)..., il grande dio e signore di Ra-setau, perché egli conceda di entrare e uscire dalla necropoli ... per il Ka della cantatrice di Amon, Kafi, giusta di voce. <BR>L'offerta, che il re offre a Harakhte (il dio del sole), il grande dio, il signore delle Due Terre, il (dio) di Eliopoli ..., al quale offrono gli dei, ogni volta che egli appare, perché conceda di vedere il disco solare ... ogni (giorno?) per il Ka del sovrintendente degli artigiani del signore delle Due Terre, Sa-isis, giusto di voce.
Tudo o que é oferecido ao senhor de Tebas, todas as coisas boas e puras, que elas revertam para o Ka de Osíris, o escriba real da mesa do senhor das Duas Terras (o faraó), Meriptah justificado (em frente do tribunal dos mortos), em paz, senhor de veneração. <BR>Tudo o que é oferecido sobre a mesa dos senhores da eternidade, pão, cerveja, carne de vaca, e aves, que eles revertam para o Ka de Osíris, chefe dos artesãos do senhor das Duas Terras, Saísis justificado.<BR>Tudo o que é oferecido sobre o altar dos senhores do mundo dos mortos, pao, cerveja, carne de vaca, e aves, que estas revertam para o Ka da Osíris, cantora de Amon, Kafi, justificada.<BR>Uma oferenda que o rei dá (ao deus) Amon, o senhor dos tronos das Duas Terras, e Atum ..., para que eles possam propiciar (todos os tipos de oferendas) para o Ka de Osíris, o escriba real da mesa do senhor das Duas Terras, Meriptah.<BR>Uma oferenda que o rei concede (ao deus dos mortos) Osíris-Khentamenti ..., o grande deus e senhor de Ro-setau, para que ele permita a entrada e a saída da necrópole ... ao ka da cantora de Amon, Kafi, justificada.<BR>Uma oferenda que o rei concede (ao deus solar) Horakhti, o grande deus, o senhor das Duas Terras, o (deus) de Heliópolis ..., a quem os deuses adoram quando ele se ergue, para que ele possa permitir que o disco solar possa ser visto ... todos (os dias?) pelo ka do chefe dos artesãos do senhor das Duas Terras, Saísis, justificado.
Todo lo que es ofrecido a los señores de Tebas, todas las cosas buenas y puras, ojalá que puedan ser dadas al Ka del Osiris, el escriba real de la mesa de ofrendas del señor del doble país, Meri-Ptah, justo de voz, en paz, poseedor de dignidad.<BR>Todo lo que es sacrificado sobre la mesa de los dioses de la eternidad, pan, cerveza, carne y aves, ojalá pueda ser distribuido al Ka del Osiris, el jefe de los obreros del señor del doble país, Sa-Isis, justo de voz.<BR>Todo lo que es ofrecido sobre la mesa de los señores de las tinieblas, pan, cerveza, carne y aves, ojalá que todo pueda ser repartido al Ka de la Osiris, la cantante de Amón, Kafi, justa de voz.<BR>Una ofrenda que da el rey a Amón Re (dios dinástico), el señor de los Tronos del Doble País, a Atum. . . ., con el fin de que den (toda clase de ofrendas) al Ka del Osiris, el escriba real de la mesa de ofrendas del señor del doble país, Meri-Ptah.<BR>Una ofrenda que el rey da a Osiris-Jentiamentiu (el dios de los muertos), ..., el gran dios, señor de Rosetau para que permita la entrada y la salida de la necrópolis... para el Ka de la cantora de Amón, Kafi, justa de voz.<BR>Una ofrenda que el rey da a Harajty (el dios solar), el gran dios, el señor del doble país, el (dios) de Heliópolis..., al que los dioses adoran cuando aparece, para que permita ver el disco solar... cada día para el Ka del jefe de los obreros del señor del doble país, Sa-Isis, justo de voz.
Everything which is offered to the Lords of Thebes, all things good and pure, may they revert to the Ka of the Osiris, the Royal Scribe of the Table of the Lord of the Two Lands (the Pharaoh), Meriptah, true of voice, (in front of the court of the dead), in peace, the lord of veneration.<BR>Everything which is offered on the table of the lords of eternity, bread, beer, beef, and poultry, may they revert to the Ka of the Osiris, the head of the craftsmen of the Lord of the Two Lands, Sa-isis true of voice.<BR>Everything which is offered on the altar of the Lords of the Netherworld, bread, beer, beef, and poultry, may they revert to the Ka of the Osiris, the Songstress of Amun, Kafi true of voice.<BR>An offering which the king gives (to the state god) Amun, the Lord of the Thrones of the Two Lands, and Atum ..., so that they may promise (all kinds of offerings) to the Ka of the Osiris, the Royal Scribe of the Table of the Lord of the Two Lands, Meriptah.<BR>An offering which the king gives (to the god of the dead) Osiris-Khontamenti ..., the great god and Lord of Ra-setau, in order that he may allow the coming in and out of the necropolis ... to the Ka of the Songstress of Amun, Kafi true of voice.<BR>An offering which the king gives (to the sun god) Harakhty, the great god, the Lord of the Two Lands, the (god) of Heliopolis ..., whom the gods adore when he arises, so that he may allow the solar disk to be seen ... every (day?) to the Ka of the head of the craftsmen of the Lord of the Two Lands, Sa-isis true of voice.
Verwerving
Jaar van verwerving
Geschiedenis van het voorwerp
1854 Geschenk des Konsuls F. Champion.
Verwante voorwerpen
Fotografische referenties
Auteur van het document
Eerste registratie
Datum van de laatste up-date
Bibliografie
Satzinger, H., Das Kunsthistorische Museum in Wien. Die Ägyptisch-Orientalische Sammlung.Zaberns Bildbände zur Archäologie 14 und Antike Welt (Sonderheft), Mainz (1994) 38, Abb. 23. Komorzynski, E., Das Erbe des Alten Aegypten (1965) 157f., 199, Abb. 47. Satzinger, H., Ägyptische Kunst in Wien (1980) 39, Abb. 18. Satzinger, H., Die Provenienz einer ramessidischen Statuengruppe in Wien, in: Jahrbuch der Kunsthistorischen Sammlungen in Wien 79 (1983) 7-18. Kunsthistorisches Museum (KHM). Führer durch die Sammlungen. Wien. 1988. Rogge, E., Statuen des Neuen Reiches und der Dritten Zwischenzeit. Corpus Antiquitatum Aegyptiacarum (CAA) Wien 6 (1990), 91-100.
Algemeen commentaar
Herkunft: Die Statuengruppe entstammt einer Nische des thebanischen Grabes TT 387. Material: Kalksandstein bemalt.
Afbeeldingen
Attachments