The Global Egyptian Museum

Op de eerste voorstellingen van wierookoffers, rond 2400 v. Chr., zien we een eenvoudig bakje van aardewerk dat, eventueel in combinatie met een deksel van hetzelfde materiaal om de rook te doseren, als wierookbrander werd gebruikt.  Later kwam een nieuw gereedschap in zwang, de 'wierookarm' in de vorm van een lange steel met aan het eind een uitgestrekte hand met daarop het eigenlijke bakje.  De naam van dit voorwerp was 'sehetep' oftewel 'tevredensteller'.  Bij het hier afgebeelde stuk is de arm echter als een papyrusstengel uitgevoerd.  Aan de voorkant eindigt deze in een uitkragend bladscherm, waarin ooit een apart gegoten bronzen hand met daarop het wierookbakje was bevestigd.  De achterzijde loopt uit in een omgebogen valkenkop;  waarschijnlijk is dit een verwijzing naar de gebruikelijke offersymboliek, waarbij het aanbieden van het offer werd vergeleken met het genezen van het beschadigde Horusoog.  Centraal op de steel is een bakje voor reserve-wierookkorrels bevestigd;  dit heeft de vorm van een cartouche.  Achter dit bakje knielt het figuurtje van een koning.  De farao werd namelijk als opperpriester van alle tempels in het land beschouwd en ieder offer werd namens hem gebracht door zijn plaatsvervangende locale priester.

Schrift
Sprache
Textgattun
Textinhalt
Beschriftungstechnik
Erhaltungszustand des Textes
Hieroglyphen
Umschrift
Übersetzung

Abbildungen	Attachments