English
Français
Deutsch
Nederlands
Italiano
Espagnol
Portuguese
Arabic
English
|
Français
|
Deutsch
|
Nederlands
|
Italiano
|
Espagnol
|
Portuguese
|
Arabic
|
Tutti
Immaginei
Informazione di base
Caratteristiche
Datazione
Attori
Dati di testi
Riferimenti
Localizzazione attuale
Numero di inventario internazionale
Numero di inventario
Denominazione
Traduzione:
D
E
F
G
I
P
S
A
Categoria
Tipologia
Descrizione
Traduzione:
D
E
F
G
I
P
S
A
Aan het beeldje van de vrouw Anchiry, dat zich ook in onze collectie bevindt, was oorspronkelijk een papyrusrol vastgebonden. Het geheel werd oftewel in haar graf naast de sarcofaag en andere bijgaven gelegd of in de offerkapel geplaatst. De hiëratische tekst is geschreven door haar echtgenoot die haar ervan verdenkt haar magische krachten als dode te hebben misbruikt. Overledenen hadden door hun verheven status als verheerlijkte zielen de macht om problemen op te lossen of om mensen op aarde lastig te vallen, ziek te maken of te betoveren.
Sito
Provenienza
Materiale
Tecnica
Stato di conservazione
Colori
Altezza
(cm)
Larghezza
(cm)
Lunghezza
(cm)
ProfonditÃ
(cm)
Diametro
(cm)
Peso
(grs)
Datazione
Datazione (testo libero)
Criteri di datazione
Dei
Re
Personaggi
anx-iry
Scrittura
Lingua
Categoria del testo
Contenuto del testo
Tecnica di scrittura
Conservazione del testo
Geroglifici
Translitterazione
Traduzione
Traduzione:
D
E
F
G
I
P
S
A
Aan de verheven overledene Anchiry. Wat heb ik je toch misdaan, dat ik in deze ellendige situatie terecht ben gekomen waarin ik me bevind? Wat heb ik je aangedaan, dat je dit gedaan hebt, namelijk je hand op mij leggen zonder dat ik je iets heb misdaan? Vanaf de tijd dat ik je tot echtgenoot was tot op deze dag, wat heb ik je aangedaan dat ik zou moeten verbergen? Wat dan, dat je me ertoe brengt deze aanklacht in te dienen? Wat heb ik je aangedaan? Ik zal met je disputeren voor het gerecht met mijn eigen woorden, ten overstaan van de Negen Goden van het Westen, en men zal rechtspreken tussen jou en mij aan de hand van deze brief, die een aanklacht tegen jouw vormt, dat waarover hij bericht. Wat heb ik je aangedaan? Ik maakte je tot vrouw toen ik nog een jongeman was. ik bleef bij je toen ik allerlei ambten vervulde. Ik bleef bij je en verstootte je niet en maakte je hart niet bedroefd. En ik deed het ook toen ik als jongeman allerlei belangrijke ambten vervulde voor de farao (hij leve, zij welvarend en gezond). Ik verstootte je niet, want ik zei: 'Ze is altijd bij me geweest', zo zei ik. En iedereen die naar mij toe kwam in jouw bijzijn, ik ontving ze niet omwille van jou, zeggende: 'Ik zal doen zoals jij wilt.' Maar zie, met mijn wensen houd je geen rekening! Ik zal een rechtzaak met je voeren en men zal leugen van waarheid onderscheiden! Nota bene, toen ik officieren opleidde voor het leger van farao (hij leve, zij welvarend en gezond) en voor zijn ruiterij, toen liet ik ze komen om voor jou op hun buik te liggen met cadeautjes, allerlei mooie dingen om die voor je neer te leggen! Nooit had ik iets voor je te verbergen, zolang je leefde. Nooit liet ik je pijn lijden door in enig opzicht de baas over je te spelen. Nooit hoefde je te merken dat ik je bedroog, zoals een boerenkinkel die andermans huis binnengaat. Nooit heb ik een man aanleiding gegeven om mij te berispen over mijn handelswijze tegenover jou. Toen men mij de positie gaf die ik nu nog heb, en ik niet langer er op uit kon gaan zoals ik gewend was, heb ik dat gedaan wat iedereen doet die thuis zit zoals ik. Je zalfjes, en verder het eten, en verder je kleren, het werd je allemaal gebracht. Nooit heb ik ze ergens anders laten bezorgen, maar ik zei: 'Mevrouw woont daar,' zo zei ik, want ik bedroog je niet. Maar kijk eens: je beseft niet hoe goed ik je behandelde Daarom stuur ik deze brief om je te laten weten wat je me hebt aangedaan. Toen je kwam te lijden aan die ziekte die je had, heb ik een specialist laten komen die je heeft behandeld. Hij deed alles waarvan jij zij: 'Doe het!' En toen ik weg moest, achter de farao aan (hij leve, zij welvarend en gezond) om naar het Zuiden te gaan, en jij in die toestand raakte, heb ik een periode van acht maanden doorgebracht zonder te eten of te drinken zoals het een mens past. En zodra ik Memphis weer had bereikt, vroeg ik verlof aan de farao (hij leve, zij welvarend en gezond) en ik ging naar de plaats war jij was en ik heb vreselijk gehuild met mijn mensen, toen overstaan van de hele buurt. En ik gaf linnen stoffen om je in te wikkelen en ik liet vele kleren maken. En ik liet niets goeds achterwege door het niet voor je te doen. En zie, ik heb drie jaar in mijn eentje doorgebracht, zonder één huis binnen te gaan, hoewel het niet juist is dat iemand als ik zoiets moet doen. Maar kijk, dat heb ik voor jouw over gehad! Nota bene, jij weet goed niet van kwaad te onderscheiden! Laat er maar recht gesproken worden tussen jou en mij! Want kijk eens: de meisjes in het huis, niet bij één van hen ben ik naar binnen gegaan!
Acquisizione
Anno di acquisizione
Storia dell'oggetto
Het object komt uit de collectie van de Griekse diplomaat Giovanni d'Anastasi. [The object originates from the collection of the Greek diplomat Giovanni d'Anastasi.]
Oggetti associati
Riferimenti fotografici
Autore della scheda
Data della prima registrazione informatizzata
Data dell'ultimo aggiornamento
Bibliografia
Leemans, C., Aegyptische Monumenten van het Nederlandse Museum van Oudheden te Leiden II.20, Leiden 1861, pl. CLXXXIII-CLXXXIV, 371. Schneider, H. D. en M. J. Raven, De Egyptische Oudheid, Den Haag 1981, nr. 103. Wente, E. F., Letters from Ancient Egypt, Atlanta 1990, no. 352. Raven, M. J., Schrift en Schrijvers in het Oude Egypte, Amsterdam 1996, 52-4, nr. 19. Schulz, R. en M. Seidel, Egypt: the world of the pharaohs, Keulen 1998, 488, fig. 117.
Commento generale
Immaginei
Attachments