The Global Egyptian Museum

EnglishFrançaisDeutschNederlandsItalianoEspagnolPortugueseArabic

Standort

Internationale Inventarnummer

Inventarnummer

Bezeichnung

Gattung

Typologie

Beschreibung

De mummievormige sjabti draagt een gladde pruik, waar een haarband met een lusje omheen gebonden is. De armen zijn links over rechts gekruist, en beide handen houden een hak vast. Op de platte rug hangt een zak met lussen. De tekst is in een verticale kolom op de voorkant geschreven.
Het beeldje is nogal oppervlakkig uitgevoerd.

Fundort

Herkunft

Material

Technik

Erhaltungszustand

Farben

Höhe

(cm)

Breite

(cm)

Länge

(cm)

Tiefe

(cm)

Durchmesser

(cm)

Gewicht

(grs)

Datierung

Datierung (Freier Text)

Daterierungskriterien

Götter

Könige

Personen

+d-PtH-iw.f-anx

Schrift
Sprache
Textgattun
Textinhalt
Beschriftungstechnik
Erhaltungszustand des Textes
Hieroglyphen
Umschrift Wsir Hm-nTr [2?].nw n Imn +d-PtH-iw.f-[anx]
Übersetzung De Osiris, de [twee?]de priester van Amon, Djedptahioef[anch].

Erwerb

Jahr des Erwerbs

Geschichte des objektes

Het object is gevonden in graf TT 320, de koninklijke cachette, die in 1871 werd ontdekt door een lid van de familie Abd-er-Rasoel. Nadat er meerdere malen uit was gestolen, vond Maspéro het graf in 1881. Djedptahioefanch was de laatste die in dit graf werd bijgezet.
Deze sjabti was sinds 4 juli 1960 in de collectie van C.P. Dobber te Heiloo, die hem bij zijn dood in 1977 aan het museum naliet (Lunsingh Scheurleer, C.P. Dobber, Een belangrijk legaat aan het Museum, MVAPM 14 (1977), 12).

Damit in verbinding stehende objekte

Fotografische Referenzen

Bearbeiter des dokuments

Datum der ersten computerregistrierung

Datum der letzten Aktualisierung

Bibliographie

H.D. Schneider, Shabtis I, 1977, 159ff.

W.M. van Haarlem, Een koninklijke familie in het Museum, MVAPM 35 (1985), 14-15/fig. 5

W.M. van Haarlem, CAA Allard Pierson Museum Amsterdam, Fasc. II, vol. 1, 1990, 126-127

W.M. van Haarlem, R.A. Lunsingh Scheurleer, Gids voor de afdeling Egypte, Allard Pierson Museum Amsterdam, 1986, 80-81

Algemeiner Kommentar

Deze sjabti is afkomstig uit graf TT 320, de koninklijke cachette, die in 1871 werd ontdekt door een lid van de familie Abd-er-Rasoel. Nadat er meerdere malen uit was gestolen, vond Maspéro het graf in 1881. Djedptahioefanch was de laatste die in dit graf werd bijgezet. Zijn mummie is hier bewaard gebleven (CG 61051-61100, 114-118/pl. 89-93).
Het is niet zeker of Djedptahioefanch is aangeduid als tweede of derde priester van Amon, daar het telwoord in de titel is weggevallen. Hij bekleedde beide ambten. Andere titels die hij droeg waren koningszoon van Ramses en koningszoon van de Heer der Beide Landen; dit is bekend uit de voor hem geschreven papyrus Brocklehurst en andere bronnen.

Plaats van herkomst: 
Het object is gevonden in graf TT 320, de koninklijke cachette (PM I,1, 393) die in 1871 werd ontdekt door een lid van de familie Abd-er-Rasoel. Nadat er meerdere malen uit was gestolen, vond Maspéro het graf in 1881.

Vindplaats: 
De sjabti is gevonden in graf TT 320, de koninklijke cachette (PM I,1, 393) die in 1871 werd ontdekt door een lid van de familie Abd-er-Rasoel. Nadat er meerdere malen uit was gestolen, vond Maspéro het graf in 1881.

Material: 
Blauwe faience

Staat van bewaring: 
De sjabti was in drie stukken gebroken, maar is gerepareerd met pleister. Het glazuur is niet overal meer glanzend. Er is wat schade aan de bovenkant van het hoofd.

Commentaar op de tekst: 
Het is niet zeker of Djedptahioefanch is aangeduid als tweede of derde priester van Amon, daar het telwoord is weggevallen. Hij bekleedde beide ambten.
De naam kan met zekerheid aangevuld worden.

Dispositie: 
De tekst is in één verticale kolom op de voorkant van de sjabti geschreven.

Abbildungen	Attachments