English
Français
Deutsch
Nederlands
Italiano
Espagnol
Portuguese
Arabic
English
|
Français
|
Deutsch
|
Nederlands
|
Italiano
|
Espagnol
|
Portuguese
|
Arabic
|
Alle
Abbildungen
Allgemein
Eigenschaften
Datierung
Handlungsträger
Textdaten
Referenz
Standort
Internationale Inventarnummer
Inventarnummer
Bezeichnung
Übersetzung:
D
E
F
G
I
P
S
A
Gattung
Typologie
Beschreibung
Übersetzung:
D
E
F
G
I
P
S
A
De mummievormige sjabti draagt een gestreepte pruik, die de oren vrijlaat. De armen zijn rechts over links gekruist, beide handen houden een hak vast. De mouwen zijn aangegeven, de gelaatstrekken ruwweg ook. Op de rug hangt een zak. De tekst is geschreven in verticale kolommen op het onderste gedeelte van het beeldje.
Fundort
Herkunft
Material
Technik
Erhaltungszustand
Farben
Höhe
(cm)
Breite
(cm)
Länge
(cm)
Tiefe
(cm)
Durchmesser
(cm)
Gewicht
(grs)
Datierung
Datierung (Freier Text)
Daterierungskriterien
Götter
Könige
Personen
Ns-tA-nb(t)-ISrw
Schrift
Sprache
Textgattun
Textinhalt
Beschriftungstechnik
Erhaltungszustand des Textes
Hieroglyphen
Umschrift
Wsir Ns-tA-nb(t)-ISrw Dd.s i Sbty <ir> ip.tw ir aS.tw ir sp.tw ir Hsb.tw Wsir Ns-tA-nbt-ISrw r srd sxwt r smH wDbw r Xn Sa n iAbtt r imntt Ts pXr ist Hw sDb im m s r Xrt.f ir ip.tw Wsir Ns-tA-nbt-ISrw r irt kA(t) nb irr m Xrt-nTr r nw nb
Übersetzung
Übersetzung:
D
E
F
G
I
P
S
A
(1) De Osiris Nestanebetisjeroe; zij zegt: o sjabti, (2) <als> men aanrekent, als men roept, als men toekent, als men toedeelt (3) aan de Osiris Nestanebetisjeroe om de velden te beplanten, om (4) de oevers te irrigeren, om zand te varen (5) van het oosten naar het westen vice versa - voorwaar, er zijn (6) daar hindernissen opgeworpen - zoals een man tot zijn plichten (wordt opgeroepen), (7) als men de Osiris Nestanebetisjeroe aanrekent (8) om alle werk te doen dat gedaan wordt in de necropolis, op ieder moment, <"ik zal het doen, hier ben ik", zul je zeggen.>
Erwerb
Jahr des Erwerbs
Geschichte des objektes
Graf TT 320 in een vallei ten zuiden van Deir el-Bahari werd in 1871 ontdekt door een lid van de familie Abd-er-Rasoel. In de daaropvolgende tien jaar werden vele objecten uit dit graf in het geheim verkocht. Hieronder was ook een deel van de grafinventaris van Nestanebetisjeroe. Later werd het bestaan van de cachette ontdekt door Maspéro die veilig stelde wat er nog over was in het graf (Budge, Greenfield Papyrus, 1912, XXff.). De sjabti's 8802 en 8803 werden in 1945 uitgeleend aan het museum en in 1973 geschonken door mevr. N. Boon-van Leer te Den Haag.
Damit in verbinding stehende objekte
Fotografische Referenzen
Bearbeiter des dokuments
Datum der ersten computerregistrierung
Datum der letzten Aktualisierung
Bibliographie
H.D. Schneider, Shabtis I, 1977, 159ff. J.M.A. Janssen, Egyptische oudheden verzameld door W.A. van Leer, MVEOL 12 (1957), 21/pl. VII (nr. 12) onbekend (Rijksmuseum Amsterdam), Antieke voorwerpen uit Egypte en Voor-Azië (tentoonstellingscatalogus), 1931, 35 (nrs. 121-122) W.M. van Haarlem, Een koninklijke familie in het Museum, MVAPM 35 (1985), 14-15/fig. 4 W.M. van Haarlem, R.A. Lunsingh Scheurleer, Gids voor de afdeling Egypte, Allard Pierson Museum Amsterdam, 1986, 49, 80-81 W.M. van Haarlem, CAA Allard Pierson Museum Amsterdam, Fasc. II, vol. 1, 1990, 100-105
Algemeiner Kommentar
De eigenaar van de sjabtis, de dame Nestanebetisjeroe, is was een dochter van de hogepriester van Amon te Thebe Pinodjem II en Neschons. Haar mummie en lijkkist zijn bekend (CG 61051-61100, 109ff/pl. 85ff. (nr. 61096); CG 61001-61044, 196ff./pl. 57 (nr. 61033)). De beroemde papyrus Greenfield (pBM 10554, dodenboek) is voor haar geschreven. Van andere sjabti's zijn de titels die Nestanebetisjeroe droeg bekend. Hieronder zijn verschillende priestertitels en de titel "meesteres van de edele dames". Graf TT 320 in een vallei ten zuiden van Deir el-Bahari werd in 1871 ontdekt door een lid van de familie Abd-er-Rasoel. In de daaropvolgende tien jaar werden vele objecten uit dit graf in het geheim verkocht. Hieronder was ook een deel van de grafinventaris van Nestanebetisjeroe. Later werd dit ontdekt door Maspéro die veilig stelde wat er nog over was in het graf (Budge, Greenfield Papyrus, 1912, XXff.). Plaats van herkomst: De sjabti is gevonden in graf TT 320, de koninklijke cachette (PM I,1, 393) die in 1871 werd ontdekt door een lid van de familie Abd-er-Rasoel. Nadat er meerdere malen uit was gestolen, vond Maspéro het graf in 1881. Vindplaats: De sjabti is gevonden in graf TT 320, de koninklijke cachette (PM I,1, 393) die in 1871 werd ontdekt door een lid van de familie Abd-er-Rasoel. Nadat er meerdere malen uit was gestolen, vond Maspéro het graf in 1881. Material: Blauwe faience Staat van bewaring: Er zijn hier en daar korstjes zichtbaar op het oppervlak, die waarschijnlijk gevormd zijn tijdens het bakproces vanwege onzuiverheden (zouten?) in de faience. De achterkant is donker verkleurd. Commentaar op de tekst: De tekst is niet geheel identiek met die op de parallel, sjabti APM 8802. De versie van de sjabti-spreuk wijkt iets af van versie Va (Schneider, Shabtis vol. I, 1977, 104ff.); enkele frasen zijn van plaats gewisseld. ad (1): de titel "de stralende" ontbreekt. ad (8): de frase "ik zal het doen, hier ben ik, zul jij zeggen" ontbreekt. Dispositie: De tekst is geschreven in acht verticale kolommen op het onderste gedeelte van het beeldje.
Abbildungen
Attachments