The Global Egyptian Museum

EnglishFrançaisDeutschNederlandsItalianoEspagnolPortugueseArabic

Huidige bewaarplaats

Internationaal inventarisnummer

Inventarisnummer

Benaming

Categorie

Typologie

Beschrijving

Een hoofd en een opgehouden hand zijn te zien op het reliëf. De nek is niet duidelijk zichtbaar. Het haar (?) is aangegeven door een smalle lijn over het voorhoofd en de zijkant van het gezicht. Als het inderdaad haar en geen helm is, is het waarschijnlijk lang en sluik.
De gelaatstrekken zijn zeker niet die van een Egyptenaar. De rechte lijn van zijn neus en voorhoofd, zijn baardloze kin en (eventueel) lange sluike haar suggereren dat hij een Hittiet is. De stijl van de afbeelding doet denken aan die uit de Amarna-periode.

Vindplaats

Plaats van herkomst

Materiaal

Techniek

Staat van bewaring

Kleuren

Hoogte

(cm)

Breedte

(cm)

Lengte

(cm)

Diepte

(cm)

Diameter

(cm)

Gewicht

(grs)

Datering

Datering (vrije tekst)

Dateringscriterium

Goden

Koningen

Personen

Schrift
Taal
Tekstgenre
Tekstinhoud
Schrijftechniek
Conservering van de tekst
Hierogliefen
Transliteratie
Vertaling

Verwerving

Jaar van verwerving

Geschiedenis van het voorwerp

Volgens een aantekening op de inventariskaart is het object in 1965 of 1968 opgegraven in Luxor, nabij de kapellen voor de Luxor-tempel. Het werd op 29 oktober 1970 gekocht van A.A. Tadema.

Verwante voorwerpen

Fotografische referenties

Auteur van het document

Eerste registratie

Datum van de laatste up-date

Bibliografie

J.F. Borghouts, Vier Aanwinsten uit het Pharaonische Egypte, MVAPM 2 (juni 1971), 8/fig. 6

J.F. Borghouts, Vier Aanwinsten uit het Oude Egypte voor het Allard Pierson Museum, Phoenix 17,2 (1971), 102-113/fig. 29

W.M. van Haarlem (ed.), CAA Allard Pierson Museum Amsterdam, Fasc. 1, 1986, 37-38

F.J.E. Boddens-Hosang, Two Amarna collections in the Netherlands, OMRO 72 (1992), 15-53: 25, 46/pl. 8

Algemeen commentaar


Plaats van herkomst: 
Het object is opgegraven in Luxor, nabij de kapellen voor de Luxor-tempel.

Vindplaats: 
Het object is in 1965 of 1968 opgegraven in Luxor, nabij de kapellen voor de Luxor-tempel.

Material: 
De zandsteen is van een bruine korrelige soort.

Staat van bewaring: 
Het fragment heeft een min of meer vierkante vorm en is aan alle vier kanten afgebroken. Onder de kin, aan de achterkant van de nek ontbreken delen van het oppervlak. Het oppervlak is wat ruw, misschien vanwege de aard van de steen.

Iconografie: 
Daar slechts een klein fragment van het reliëf bewaard is, is het niet duidelijk om watvoor scëne het gaat.

Afbeeldingen	Attachments