Kommen uit de Naqada-periode werden eerst gebakken, dan gepolijst en vervolgens met witte verf beschilderd. De driehoekige gearceerde patronen van deze kom verraden een imitatie uit vlechtwerk. Op de rand liggen twee hagedissen, terwijl twee schildpadden de binnenwand sieren, waarvan één verloren is gegaan. De invloed van de natuur is al van oudsher aanwezig in de versieringen van objecten.