resultsfirstpreviousnextenduitgebreidhome

Schrijfplankje

ah155_1.jpg

Ter vervanging van papyrus, een kostbaar en vergankelijk medium, gebruikte men houten plankjes om op te schrijven. Doordat deze plankjes niet speciaal ondersteund hoefden te worden, konden ze meegenomen worden door beroepsschrijvers naar hun werk in magazijnen of op de velden. Het hier getoonde schrijfplankje is beschreven met een brief die gericht is aan de priester Reri en handelt over problemen met graanleveranties. De auteur heet Ioefenchons. Hij is de verantwoordelijke voor de Opper-Egyptische landerijen. Het rapport, geschreven in een uiterst cursief schrift (abnormaal hiëratisch), behelst een pleidooi van Ioefenchons waarin hij zijn onschuld betuigt over bepaalde beschuldigingen inzake het achterhouden van graan.

Huidige bewaarplaats

RIJKSMUSEUM VAN OUDHEDEN [06/001] LEIDEN

Inventarisnummer

AH 155

Datering

25E DYNASTIE EN TIJDGENOTEN (niet voor); 26E DYNASTIE (niet na)

Vindplaats

ONBEKEND

Categorie

BESCHREVEN TABLET

Materiaal

HOUT

Techniek

GESCHREVEN MET EEN SCHRIJFRIET/RIETPEN; GESCULPTEERD

Hoogte

32.5 cm

Vertaling

'Pleidooi van Ioefenchons dat bestemd is voor de godsvader Reri, de zoon van Horcheb, mijn heer. Ik zend mijn heer dit pleidooi. Moge uw toestand uitstekend zijn! Zie, ik bid voor u tot Amon, Moet, Chonsoe, Montoe, Maät en alle goden van Thebe: moge u leven, moge u gezond zijn, moge u een hoge leeftijd krijgen, moge u een grote en goede ouderdom bereiken, moge u de gunst en de liefde gegeven worden van de Farao (hij leve, zij welvarend en gezond), moge u voorspoed gegeven worden door zijn toedoen. Ik zend mijn heer dit pleidooi. Moge Amon maken dat hij leeft!
Wat is er toch gebeurd dat ik niets te weten kom over de stad Elephantine? Doet de persoon die in afwezigheid van mijn heer de stad Elephantine controleert er het zwijgen toe? Schrijf hem dan! Zowaar als Amon leeft, wiens verschijning u hebt gezien; zowaar als Hathor leeft, wiens eeuwige geheimenis u hebt gezien; zowaar als de Farao leeft, die al uw daden succesvol maakt; u moet mannen naar mij in Thebe laten komen om uw opdrachten buiten Thebe te controleren, namelijk in de twee steden. Waarlijk, er is niet één opdracht om de twee steden instructie te geven! Uwe genade weet wat er is gebeurd!
Is er soms één ding dat nog geleverd moet worden aan het paleis van de Farao (hij leve, zij welvarend en gezond)? Zijn er dan mensen die zijn graf niet hebben gezien, of die zijn paleis niet hebben gezien? Moge Amon maken dat hij leeft! Ik heb het u weer laten brengen, namelijk een open document dat zoals altijd 825 maten tarwe bedraagt: de afdracht van Dendera zoals die maandelijks wordt vastgesteld, en daarnaast de memoranda die voor u zijn opgesteld. Als ik u over de afdracht van de stad Elephantine schrijf, zal uwe genade daarover boos zijn tegen mij. Wat moet ik doen inzake Elephantine? Want zie, als zij de tarwe voor Elephantine naar Thebe komen brengen, moet u hun aandacht vestigen op de stad Elephantine (moge Amon maken dat het leeft)! Dat moet u doen, namelijk de aandacht richten op het tarwetransport naar Elephantine!
U weet dat de beide afdrachten compleet zijn, zodat uw positie bij de Farao (hij leve, zij welvarend en gezond) voorspoedig is. Er is niet één zak onder de duizend zakken die behoren aan de tempel, waarvan u weet dat ik erover schrijf. Laat uwe genade zich daar niet druk over maken! Ik heb niets voor iemand die 150 zakken verlangt, zelfs niets ter wereld! Moet ik het u laten weten? Wat mij betreft, ik heb geen tarwe buiten Thebe. Moet ik u soms de afrekeningen laten brengen en de documenten betreffende Dendera?'

(De brief eindigt met een opsomming van "19 man van de taakgroep Dendera" en een afrekening van hun salarissen in de eerste overstromingsmaand van een "jaar 14".)

Bibliografie