Gedenkscarabeeën komen uitsluitend voor in de regeringsperiode van faraoAmenhotep III. Bij wijze van koninklijke propaganda werden deze scarabeeën verspreid over het hele Egyptische territorium als aandenken aan de hoogtepunten uit de eerste jaren van zijn heerschappij. Het exemplaar met haar tien regels hiërogliefen op de buikzijde noemt de volledige titulatuur van de farao en de naam van koningin Teje. De namen van de ouders van Teje, Yoeia en Tjoeia, worden ook vermeld. Zij hebben echter geen titels daar ze slechts van hoge hofrang waren en niet van koninklijke afkomst. De grenzen van het imperium worden ook aangegeven: van Karoy tot Naharina, oftewel van Soedanees Nubië tot het koninkrijk Mitanni in Syrië.
De levende Horus, de Sterke Stier, die verschijnt in waarheid, de man van de Meesteressen, degene die de wetten vaststelt, die de Beide Landen tot vrede brengt, de Gouden Horus, groot van kracht die de Aziaten verslaat, de koning van Opper- en Neder-Egypte, Nebmaätre, zoon van Re, Amenhotep Heerser van Thebe, begiftigd met leven en de Grote Koningsgemalin Teje, moge zij leven. De naam van haar vader is Yoeia, de naam van haar moeder is Tjoeia. Zij is de vrouw van een sterke koning wiens zuidgrens (reikt) tot Karoy (en wiens) noordelijke (reikt tot) Naharina (Mitanni).
Bibliografie
Schneider, H. D. en M. J. Raven, De Egyptische Oudheid, Den Haag 1981, nr. 73.
Raven, M. J., Schrift en Schrijvers in het Oude Egypte, Amsterdam 1996, 43, nr. 14.
Schneider, H. D., Life and Death under the Pharaohs, Perth 1997, nr. 81.
Schulz, R. en M. Seidel, Egypt: the world of the pharaohs, Keulen 1998, afb. 48.